geeft je boek uit
professioneel en zonder kosten

Interpunctie

Interpunctie is een nachtmerrie het lukt me niet om het goed te doen!?!??

Dat leest niet zo fijn, hè? Nu komt ie met juiste interpunctie: Interpunctie is een nachtmerrie, het lukt me niet om het goed te doen!

We hopen dat als je klaar bent met lezen, bovenstaande zin niet (meer) voor jou geldt. We zullen hieronder de belangrijkste regels voor het juiste gebruik van interpunctie voor je benoemen en waar nodig uitleggen. Gebruik je citaten of dialogen in jouw tekst en twijfel je over jouw aanhalingstekens? Daarover kun je hier meer lezen.

Wat is interpunctie?

Interpunctie is het gebruik van leestekens, zoals punten, komma’s en uitroeptekens. Het is belangrijk om dit op de juiste manier te gebruiken, omdat interpunctie zorgt voor een betere leesbaarheid van de tekst. Soms zorgt interpunctie ook echt voor een betekenisverschil in een zin. Lees de volgende twee zinnen maar eens:
Ik hou van je boek.
Ik hou van je, boek.

In de eerste zin geef je aan iemand aan dat je van diens boek houdt. In de tweede zin zeg je als het ware tegen het boek zelf dat je van het boek houdt.

De belangrijkste regels op een rijtje

  1. Voor een leesteken komt geen spatie, erna wel.

    * Een uitzondering zijn de haakjes en aanhalingstekens. Er komt wel een spatie voor het eerste haakje, en na het laatste haakje komt een spatie als erna meteen een woord volgt. Na het eerste haakje en voor het laatste haakje komt geen spatie. Na het laatste haakje komt ook geen spatie wanneer er nog een leesteken volgt. Een voorbeeld: De (haakjes) in deze zin staan goed. De (haakjes), ik vind ze goed staan.

    Voor de aanhalingstekens verwijzen we je naar hier.

  2. Voor een voegwoord komt een komma. Voegwoorden zijn woorden zoals maar, omdat, mits, dus, hoewel, doordat, tenzij.
  3. Lees je zin voor. Hoor je er een korte pauze in? Dan komt er een komma op die plek. Hoor je een lange pauze? Dan moet je de zin opsplitsen en komt er een punt.
  4. Tussen twee persoonsvormen komt een komma. Hiermee voorkom je verwarring bij de lezer. Een voorbeeld: Als ik in deze zin een komma wil plaatsen, doe ik dat tussen de twee persoonsvormen.
  5. Het beletselteken bestaat altijd uit drie puntjes, gevolgd door een spatie (… ). Wees spaarzaam met het beletselteken. Het beletselteken zorgt bij het (voor)lezen ook voor een kleine pauze en het gebruik van meerdere beletseltekens in een zin raden we daarom af, omdat dit het tempo uit het verhaal haalt.
  6. We raden aan om niet meer dan één uitroep- of vraagteken te gebruiken. Meerdere leestekens kunnen schreeuwerig overkomen.
  7. Gesproken tekst komt altijd tussen aanhalingstekens te staan. Gedachten echter nooit, omdat gedachten niet worden uitgesproken.
  8. Voor of na een aanspreekwoord staat een komma. Een voorbeeld: "Luister eens, lezer." of "Lezer, luister eens."

Snel je fouten verbeteren

Kom je er na het lezen van de regels achter dat er bijvoorbeeld één regel is die je consequent verkeerd toe hebt gepast? Wie weet kun je met deze tip in een paar kliks jouw hele manuscript verbeteren. Ben je nog op zoek naar andere hulpmiddelen voor het corrigeren? Hier zetten we er vier voor je op een rijtje.

Tot slot

Is je manuscript nog niet foutloos? Geen nood! Wij kijken natuurlijk ook naar de inhoudelijke kant van je verhaal. We zullen een manuscript nooit afwijzen op enkel taal- en leestekenfouten. Stuur je manuscript naar ons toe; wij helpen je graag verder op weg.

Taal

Thema's