Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

'Ik een nieuwe Mondriaan? Ik ben een ouwe Schoonhoven!'

Auteur

Sandra van Beek

Uitvoering
Paperback
Prijs
16 ,95

Samenvatting

Het leven van Jan J. Schoonhoven (1914-1994) is onlosmakelijk verbonden met Delft, waar hij is geboren en gestorven. Hij kende de oude stad van schilder Vermeer als geen ander. Hij was verknocht aan elk steentje, elke gevel. De monumentale vormen van gebouwen, kerken, hekwerken gebruikte hij als inspiratie voor zijn witte papieren reliëfs waar hij zo beroemd mee werd. Tegenwoordig brengen deze werken tonnen op bij kunstveilingen. Minder bekend is echter zijn leven en de ontwikkeling die hij doormaakte, vergelijkbaar met die van Piet Mondriaan. Vaak wordt aangenomen dat hij autodidact was, omdat hij zijn werkende leven als ambtenaar in dienst was van de PTT in Den Haag. In dit boek wordt deze ontwikkeling geschetst aan de hand van interviews met mensen die Jan Schoonhoven goed gekend hebben.

Over de auteur

Sandra van Beek is journaliste en filmresearcher. In 2000 publiceerde zij De grote Illusie over de liefde van het filmrecensenten-echtpaar Gerry en Ellen Waller (Uitg. de Geus) en in 2011 De Vogel, een onderzoek naar de staat van haar vaders beelden in de openbare ruimte (UItg. Stichting Marius van Beek) met steun van Fonds BKVB. Ze maakte documentaires met filmmaker Kees Hin, recent De Match (2007) en De beslissing van Wim Maljaars (2011). Voor Memphis Film&TV deed ze research voor de films Alles is Licht (2001) en Jan Schoonhoven beambte 18977 (2005) over Zero/Nul-kunstenaars Henderikse en Schoonhoven, in de regie van Sherman de Jesus. Voor het schrijven van dit boek verbleef zij in atelier Pompgemaal Den Helder van het Mondriaan Fonds.

Productinformatie

ISBN
9789048434718 / 978-90-484-3471-8
Verschijning
20-05-2020
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
174
Formaat
13,5 x 18 cm
Illustraties
Ja

Inkijk

De lijn met mijn grootvader loopt door, ik heet ook Johannes Jacobus. Als kind zag ik hem zo goed als iedere week, de ene keer bij hem in Delft, de week daarop bij ons thuis in Buitenveldert. Hij nam blokkendozen voor me mee. Met de blokken bouwde ik geen torens, maar ik legde ze systematisch naast elkaar, met hier en daar een piramide. Hij kwam ook aan met zakken vol legerpoppetjes, waar ik linies mee maakte. Met z’n drietjes waren we creatief bezig; tekende mijn vader figuratief, opa en ik maakten vooral abstracte tekeningen. We gingen naar musea als hij een tentoonstelling had. Van de Zeroïsten trokken de blauwe Yves Klein-werken me het meest aan en ik zei: ‘Papa, zo wil ik later ook werken.’

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Er zijn nog geen reviews over dit boek