Het is een mooi en aangrijpend verhaal. Boeiend en goed geschreven, met een verrassend plot. Aanrader!
Ik kijk uit naar het volgende boek.
Frederik Meijster is tekstschrijver/redacteur/vertaler. Na de studie Vertaalkunde aan de Universiteit van Amsterdam heeft hij vijftien jaar gewerkt als vertaler en eindredacteur van bioscoop- en televisiefilms. Van 1994 tot 2009 was hij hoofdredacteur bij een bedrijf dat de ondertiteling verzorgde voor speelfilms, documentaires en series op televisie. Sinds juli 2009 werkt hij als zelfstandige en schrijft teksten voor voice-overs, advertorials, brochures en websites . La Palma is zijn debuutroman. Een leven zonder muziek kan hij zich niet voorstellen. Hij gaat heel geregeld naar concerten en is dol op jazz, klassiek en blues. Andere favoriete bezigheden zijn mooie wijnen drinken, uit eten gaan, lezen, reizen, bioscoopen museumbezoek, wandelen, tennissen, voetbal en (snel)schaken.
Het was 14 mei en Edward had zijn huurauto weer ingeleverd op Schiphol. Vandaag vloog hij terug naar La Palma. In de taxfree shop had hij op goed geluk een luchtje gekocht voor Isabella’s verjaardag. Hij had zich laten adviseren door een dame met een schrikbarend hoog Barbie-gehalte. Damesgeuren kiezen was niet bepaald zijn ding, hoewel hij er wel van kon genieten als hij een lekker luchtje rook. Hij hield niet bepaald van zoete parfums en had tenslotte gekozen voor Noa van Cacharel, die door Barbie werd omschreven als een geur met warme aroma’s van bloemen, fruit en noten. Die omschrijving deed hem meer aan witte wijn denken. Ze kwam heel dicht bij hem staan en zei: ‘Ruik maar, ik heb hem zelf ook op. Zalig, vindt u niet? Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden, hoor. Ik wil u niets opdringen.’
‘Ik volg uw advies blind op,’ zei hij om van haar af te zijn.
‘Is het een cadeautje, ik kan het heel mooi voor u inpakken en sealen.’
In de aangrenzende winkel kocht hij nog een malt whisky voor zichzelf en toen hij aankwam bij de gate waren ze al bijna klaar met boarden. Merkwaardig genoeg zat het toestel niet eens helemaal vol. Zijn stoel bevond zich aan het gangpad in de rij voor de nooduitgang, een ideale plek met meer beenruimte en lekker ver weg van de toiletten. Daar had je geen last van een rij wachtende mensen met hoge nood. Hij zette z’n trolley in het bagagevak en maakte het zich zo makkelijk mogelijk. Toen hij zich goed en wel had geïnstalleerd kwam er een charmante stewardess op hem afgestapt. Ze vroeg hem op discrete toon of hij bereid was zijn plaats af te staan aan een dame van middelbare leeftijd met extreme vliegangst. Ze zat enkele rijen achter hem bij het raam en vertoonde alle tekenen van een verhoogd stressniveau.
‘Mevrouw zou heel graag met u van plaats willen ruilen, zodat ze in geval van een calamiteit dichter bij de nooduitgang zit. U zou haar er werkelijk een enorm plezier mee doen.’
Edward herkende het gevoel wel een beetje maar waarom moesten ze altijd hem hebben?