Kerstfeest met broeder Johannes

Broeder Johannes is beslist geen heilige, maar een mens met fouten en gebreken. In de zeven kerstvertellingen die oorspronkelijk zijn gedaan in de kindernevendienst van de Protestantse Gemeente te Maassluis ­ West komt hij in verschillende gedaantes naar voren. Zo is hij onder andere monnik, dominee, ouderling, timmerman en heilsoldaat. Toch laat Johannes, als naamgenoot van de Apostel der Liefde, de liefde van God voor deze wereld zien.

"Ik ben geboren in 1953, gehuwd en vader van vier kinderen. Behalve mijn administratieve baan doe ik al jaren veel vrijwilligerswerk binnen de Protestantse Gemeente te Maassluis. Voor de kindernevendiensten vertelde ik met kerst verhalen die goed in de smaak bleken te vallen. Ik heb deze verhalen op papier gezet om op deze manier meer kleine en grote mensen te bereiken."

Heer Peter draait zijn gezicht naar de muur. "Ga weg, broeder", zegt hij, "Na alles wat ik gedaan heb, wilt u vast niets meer met mij te maken hebben." Broeder Johannes legt zijn hand op het hoofd van heer Peter. "Morgen is het Kerstfeest", zegt hij, "het feest voor alle mensen, die samen vrede willen." Heer Peter schudt zijn hoofd. "Het is niet voor mij", zegt hij. "Het kerstfeest is alleen voor mensen van goede wil. Niet voor mensen zoals ik." Nu schudt broeder Johannes zijn hoofd. "Het kerstfeest is voor iedereen", zegt hij. "Voor alle mensen is er plaats bij de kribbe van het Kind. Je hoeft alleen maar neer te knielen." De ogen van heer Peter beginnen te stralen. Dus dan is het Kerstfeest ook voor hem, dan zal hij toch gezegend zijn. Hij wijst naar de hoek van de kamer. "Hier brengen!", zegt hij. Broeder Johannes loopt naar de aangewezen plaats. Daar staan een zwaard en een speer die door hem op het bed worden gelegd. "Roep de smid", fluistert heer Peter. Een bediende rent weg en komt met Jan, de smid, terug. Heer Peter pakt het zwaard en de speer en zegt: "Maak van mijn zwaard een schep en van mijn speer een tuinschaar. Met deze wapens mag alleen nog maar op de akker worden gewerkt. Nooit meer mag iemand met deze wapens tegen een ander vechten. Niemand mag meer leren wat oorlog is." Dan kijkt heer Peter naar broeder Johannes. "Wilt u mij toch nog een zegen geven, broeder?", vraagt hij. Broeder Johannes knikt, hij zegt: "Toen u wegging heeft u gezegd dat u als een gezegend mens, als overwinnaar, zou terugkomen. En u bent de overwinnaar! U heeft uzelf overwonnen. De vrede heeft het gewonnen van de oorlog."