Het boek is heel prettig geschreven. Heb het achter elkaar uitgelezen.
Emelisse
Vijf zusters in 1223 op weg van Chiny naar Emelisse om daar een klooster te stichten
- Prijs
- € 21 ,50
- Verzending
- Gratis verzending in Nederland en België
- Levertijd
-
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)
Samenvatting
Dit historisch verhaal is gebaseerd op ware feiten verweven met fictie. Vijf nonnen in het klooster te Chiny krijgen de opdracht om in Emelisse een klooster te stichten. Begeleid door vier mannen volgt een zware voettocht dwars door Wallonië, Oost-Vlaanderen en moerassig Zuid-Beveland. Onderweg vinden ze onderdak bij diverse kloosters, maar moeten ze soms ook tevreden zijn met een schamel maal en onderkomen in een klein gehucht. Ze worden geconfronteerd met ziektes, rondzwervende roverbendes en noodlottige ongevallen. Tijdens momenten van rust tijdens hun reis vertellen zij elkaar hun levensgeschiedenis. Dat leidt tot meer begrip voor elkaar, maar ook tot conflicten onderling en met de begeleiders.
Over de auteur
Na zijn pensionering als directeur van een school voor speciaal onderwijs is Gerard de Nijs in geschiedenisboeken en archiefstukken gedoken. Wat hem vooral interesseert hoe de gewone man of vrouw bepaalde gebeurtenissen onderging. Meestal is dit niet terug te vinden in kronieken, rekeningen of verslagen. Daarom kiest hij ervoor om de vaststaande historisch feiten te koppelen aan het vertellen van een verhaal over hoe het gebeurd zou kunnen zijn. Zo is het verhaal van Maertijn Angen ontstaan in zijn eerste boek en nu dit verhaal Emelisse.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464032666 / 978-94-640-3266-6
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 03-12-2021
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 214
- Formaat
- 12,5 x 20 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
De begeleiders keken elkaar eens aan en de zusters keken naar de mannen. Wat nu? Zomaar hun spullen afgeven aan deze bedelaars? De achterste twee mannen liepen naar voren en trokken hun zwaard, net als de mannen die vooraan stonden. Zuster Monica pakte haar etensmes dat tussen de plooien van haar habijt zat.
‘Kom op zusters. We laten ons niet zomaar alles afpakken door dit stel bedelaars. We zijn met meer. Pak je messen en erop af.’
Eerst wat aarzeling, maar daarna vol overtuiging gingen de andere zusters ook met hun mes naar voren. Wat beduusd keken de schooiers elkaar aan. Dit hadden ze niet verwacht. Maar ze waren gauw hersteld van hun verbazing en begonnen met hun stokken te zwaaien. De leider van het stel sloeg zijn stok met een harde klap tegen het zwaard van een begeleider. De anderen begonnen ook naar de opgeheven zwaarden te slaan en er volgden harde klappen op armen en benen. Er vloog een zwaard door de lucht. De zusters deden dan wel stoer met hun messen, maar de stokken waren langer en hielden hen op afstand. Er werden rake klappen gegeven aan weerszijden. Een van de bedelaars kreeg een flinke jaap over zijn arm met een zwaard. Zijn arm begon heftig te bloeden en hij liet zijn stok vallen. Zuster Anna zag uit haar ooghoek hoe de vrouw, gebruikmakend van de chaos, naar de achterste kar liep en in de spullen begon te zoeken naar iets bruikbaars. Voor Anna het zelf besefte rende ze op de vrouw af en gaf haar met de hand een klap tegen haar hoofd, zo hard, dat de vrouw wankelde:
‘Smerig loeder, blijf met je tengels van onze bagage af.’
Ze pakte de vrouw stevig bij de arm en duwde haar van het pad af, terwijl ze de bedelares nog een trap tegen haar kont nagaf.
‘Opsodemieteren!’
‘Kom op zusters. We laten ons niet zomaar alles afpakken door dit stel bedelaars. We zijn met meer. Pak je messen en erop af.’
Eerst wat aarzeling, maar daarna vol overtuiging gingen de andere zusters ook met hun mes naar voren. Wat beduusd keken de schooiers elkaar aan. Dit hadden ze niet verwacht. Maar ze waren gauw hersteld van hun verbazing en begonnen met hun stokken te zwaaien. De leider van het stel sloeg zijn stok met een harde klap tegen het zwaard van een begeleider. De anderen begonnen ook naar de opgeheven zwaarden te slaan en er volgden harde klappen op armen en benen. Er vloog een zwaard door de lucht. De zusters deden dan wel stoer met hun messen, maar de stokken waren langer en hielden hen op afstand. Er werden rake klappen gegeven aan weerszijden. Een van de bedelaars kreeg een flinke jaap over zijn arm met een zwaard. Zijn arm begon heftig te bloeden en hij liet zijn stok vallen. Zuster Anna zag uit haar ooghoek hoe de vrouw, gebruikmakend van de chaos, naar de achterste kar liep en in de spullen begon te zoeken naar iets bruikbaars. Voor Anna het zelf besefte rende ze op de vrouw af en gaf haar met de hand een klap tegen haar hoofd, zo hard, dat de vrouw wankelde:
‘Smerig loeder, blijf met je tengels van onze bagage af.’
Ze pakte de vrouw stevig bij de arm en duwde haar van het pad af, terwijl ze de bedelares nog een trap tegen haar kont nagaf.
‘Opsodemieteren!’