De dienstwagen stopte voor het Kaviaarhuis dat nog niet zo lang geleden opgeleverd was. Toen Van Beek wilde aanbellen ging net de deur open en kwamen er twee verhuizers met een grote kist op wieltjes naar buiten. ‘Goedemiddag heren’, zei een van de verhuizers vriendelijk. Van Beek hield nog even de deur open voor de twee en nam met Van Sta gelijk de lift naar boven. Hij verzuimde om nog even beneden aan te bellen. Toen hij de lift instapte, keek Van Beek nog even om naar de verhuizers die de kist in een grote zwarte bestelbus tilde. Ook een vak, dacht hij nog. Op de vijfde verdieping stopte de lift en liepen de twee agenten naar de voordeur van de penthouse. De deur leek geforceerd en stond op een kier. Beide mannen trokken hun dienstpistool en gingen voorzichtig naar binnen. Er leek niemand te zijn. ‘Hier Rinus!’ In de woonkamer lag gebroken glas op de grond en waren duidelijk sporen van een worsteling zichtbaar.
‘Wat zijn dat?’, zei Rinus.
‘Oh, shit dat zijn wielsporen. Die verhuizers verdomme. Snel!’ Ze moesten de lift wel nemen en beneden gekomen renden ze naar de dienstauto. ‘Wagen 34 hier. Mogelijke ontvoering, zwarte bestelbus, een minuut of 6 geleden vertrokken vanaf de Dr. Lelykade. Blokkades graag bij de afritten van de snelwegen A4 en A12. Richting bestelwagen onbekend.’ ‘Ik probeer richting A12’, riep Rinus die de sirene aanzette en vol gas gaf. Binnen 5 minuten na de melding vertrokken meerdere politiewagens met gillende sirenes richting de afritten van de snelwegen.
‘Jan, ik moet een keuze maken’, zei Rinus. ‘Hubertustunnel of Koningskade. Jan?’
‘Pak de Hubertustunnel maar’, riep Jan. Met hoge snelheid reed de auto de tunnel in.
Weer een keuze Jan. Tunnel tracé Leidschendam of A44?’
‘Doe de A44 maar.’ Het was harder gaan regenen en het zicht was slecht.
‘Wagen 34’, riep de centrale. ‘Wat is uw positie?’
‘A44 centrale.’
‘Blokkades staan inmiddels bij A12 en A4, wagen 34.’
‘Dank centrale’, zei Van Beek.
‘Daar,’ schreeuwde Rinus, ‘dat lijkt op een zwarte bestelbus op zo’n vijftig meter voor ons.