Door wijze raad van de meester leert Malluma met zijn angst om te gaan.
Na het laatste hoofdstukje heb ik nog een poosje ontroerd voor me uit zitten kijken.
Een echte aanrader vooor kinderen uit de bovenbouw, maar zeker ook aan ouders en leraren.
Malluma is bang. ’s Nachts hoort hij stemmen en is hij bang voor zijn dromen. Hij durft niet te gaan slapen en doet er alles aan om dat te voorkomen. Hij kan er niet met zijn moeder over praten, want … zijn moeder is trots op haar stoere ridder en stoere ridders zijn natuurlijk niet bang. Hoe moet hij dit oplossen?
Nadat Malluma op school in slaap is gevallen, neemt hij zijn meester in vertrouwen. Met behulp van verhalen weet meester hem te overtuigen dat het beter is om te praten over je angsten. Zo leert hij de werkelijke oorzaak van zijn nare dromen kennen én krijgt hij hulp om hier mee om te gaan.
Femke Westland-Muller (1977) werkt in het middelbaar beroepsonderwijs. Schrijven is voor haar dé manier om uiting te geven aan gedachten, gevoelens en dat wat haar opvalt of verbaast in de wereld om haar heen. Nadat zij met verschillende kinderen gesprekken had over bang zijn, ontstond het verhaal ‘Nooit meer bang’. Met dit verhaal wil zij kinderen laten voelen dat je niet alleen bent als je bang bent of gepest wordt. Dat je niet raar bent als je hulp nodig hebt om met moeilijke dingen om te leren gaan. Dat praten over je gevoel je minder eenzaam maakt.
Nog steeds is zijn vraag niet beantwoord, bedenkt Malluma. Waar vind je het antwoord op de vraag waar niemand antwoord op weet? Papa en mama niet. De mevrouw van de bibliotheek niet. Ze gaf hem wel een boek, over dromen, maar het antwoord vond hij niet. Internet dan … Maar altijd als hij daar zoekt vindt hij ja en nee, zwart en wit, links en rechts als antwoord. Wat is dan waar, welke mening weegt meer? Meester kan hem vast helpen!
‘Morgen vraag ik het hem!’
Voor morgen eerst de nacht. Het donker van de nacht. De nacht van de dromen. Ze achtervolgen je, steeds weer als je je ogen sluit. Je kunt niet ontsnappen!
Malluma denkt aan alles wat hij geprobeerd heeft. Je moet gewoon aan iets leuks denken, hoort hij zijn vader zeggen. Je kunt niet steeds je bed uit komen als je wakker wordt. Jíj bent de baas over je gedachten.
Jij niet! Jij kan dat niet! Wij zijn de baas! Slappeling! Laat zien dan! Zie je wel dat je het niet kunt! Ga maar lekker uithuilen bij mammie. ‘Ik kan niet slápen. Er zijn stemmen.’ Je weet toch wat ze zeggen!
‘IK KAN HET WEL! Al slaap ik de hele nacht niet, ik ga pas morgenochtend weer door die deur! ÍK! BÉN! GÉÉN! SLAPPELING!’
Ineens wordt Malluma heel stil. Dat is het! Dat hij dat niet eerder bedacht heeft!