Samenvatting
De gretige misdaadjournalist Lucas Wielaard mag als eerste publiceren over een geruchtmakende moordzaak. Zijn ambitie overheerst al snel, waardoor hij ongewild een grote rol krijgt in zijn eigen reportage. Er ontstaat een intensieve zoektocht in en buiten Nederland, waarbij ook de gevoelige familiegeschiedenis wordt opgerakeld. Betrokkenen proberen de zelfverzekerde Lucas te beïnvloeden, maar hij dendert onverminderd door met zijn jacht op een primeur. Een tragische gebeurtenis lijkt hier verandering in te brengen. Als verslaggever van de misdaad met ‘vrienden’ aan beide kanten van de wet, balanceert de onervaren Lucas op een dun lijntje tussen goed en kwaad. Het evenwicht is regelmatig ver te zoeken, want geen enkel middel blijft onbenut. Iets wat ook geldt voor de criminele figuren waar de Zwollenaar het tegenop moet nemen.
Over de auteur
Bernd Klein (1989) hield als kind al van spannende en verrassende verhalen. Na jaren van experimenteren met schrijven, heeft hij alle ideeën gebundeld in zijn
eigen thriller. Het avontuur speelt zich nota bene af in zijn eigen stad Zwolle en omstreken. Met dit boek gaat een lang gekoesterde wens in vervulling en als het aan Bernd ligt, is dit niet het laatste boek van zijn hand.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464038989 / 978-94-640-3898-9
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 18-12-2020
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Thrillers
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 326
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Lucas kijkt naar de man die hem de vraag stelde. “Zachthandig is geen woord.” Er wordt meteen een flinke dreun uitgedeeld. Het hoofd van de gijzelaar klapt naar achteren. “Gaan wij bijdehand doen?! Jij hebt jouw keuze dus gemaakt.” Dezelfde man gaat nu met een gebalde vuist vlak voor Lucas staan. Hij draagt een leren jas en ziet er gedrongen uit. “Wij hebben jouw stukje in de krant gezien. Daarin zeg jij dat de politie de jacht heeft ingezet op de betrokken criminelen. Achter wie zit de politie aan? Vertel op! Of wil jij nog meer?” Het hoofd van Lucas staat scheef, want hij is nog aan het bijkomen van de eerste knal. De gijzelaar zet het hoofd even later zelf weer rechtop middels zijn nekspieren. “Ik heb geen flauw idee achter wie de politie aan zit! Denken jullie nu werkelijk dat de politie namen aan mij gaat geven? Was het maar waar, dan had ik die ook kunnen publiceren...”