Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

WONOSOEPENO
De familie Erentreich in Nederlands-Indië.

Auteur

Han Gieske en Godfried Jansen

Uitvoering
Paperback
Genre
Reviews
5,0 / 5 (1 reviews )
Prijs
22 ,50

Samenvatting

Over Nederlands Indië is veel gezegd en geschreven. Het is een woud aan historische feiten, sentimenten en waardeoordelen. Niet zelden wordt het leed van de één vruchteloos afgezet tegen dat van de ander, mensen een liefdevolle terugblik ontzegd, een diep gevoeld gemis ontnomen. De familiekroniek ‘Wonosoepono’ is uitzonderlijk. Ze verhaalt hoe Diel een bestaan opbouwde in Oost-Java en hoe zijn vrouw en zeven dochters het turbulente tijdsgewricht hebben beleefd en overleefd. Maar bovenal vertelt ‘Droomhuis’ hoe Diel's vrouw zorg, liefde, eenvoud en innerlijke beschaving aaneensmeedde tot een tijdloos en onverslaanbaar wapen in voor- en tegenspoed. Moesje is haar naam.

Over de auteur

Godfried Jansen, geboren in 1938 in Surabaya, kwam in 1952 met zijn Indische familie naar Nederland. Na zijn studie civiele techniek in Delft werkte hij bij een internationaal aannemersbedrijf en daarna als leraar aan een HTS. Hij schreef memoires over zijn tijd in Indië en moedigde zijn tantes aan hetzelfde te doen.
Han Gieske, geboren in 1945 in Leiden, studeerde sociologie en recht in Amsterdam en werkte bij de gemeente Amsterdam, in diverse beleidsfuncties en als senior adviseur openbare orde, laatstelijk als hoofd juridische zaken stadsdeel Binnenstad, tevens projectleider Juridische Kwaliteitszorg. Hij publiceerde Met liefde vertrekken, vrouwen uit Nederlands-Indië naar Japan (1946), (2016).

Productinformatie

ISBN
9789464039115 / 978-94-640-3911-5
Verschijning
11-03-2021
Taal
Nederlands

Genre

Uitvoering
Paperback
Pagina's
370
Formaat
16 x 24 cm
Illustraties
Nee

Inkijk

Het boek bevat de herinneringen van de dochters van de familie aan de koloniale tijd, bezetting, revolutie en daarna.
Een centrale plaats in de herinneringen wordt ingenomen door ´Diel en Moes’, de vader en moeder van zeven dochters en de opa en oma van Frits en van Hideko. Hun namen zijn Christiaan George Godfried Erentreich en Margarientjie Frederika Loing. Hij werd in Grissee geboren op 29 maart 1869 (volgens de ar-chieven van de Stichting Pensioensaangelegenheden Indonesië) en zij in Blitar op 16 februari 1887. Ze huwden in Sidoardjo op 5 maart 1909; hij was toen negenendertig (bijna veertig) en zij (net) tweeëntwintig jaar oud. Bijna een jaar later schonk Moes het leven aan hun oudste dochter Sieta, de moeder van Frits, waarna nog zeven kinderen volgden. De oudste Erentreichs vestigden zich in Grissee, een havenstadje dat niet ver van Soerabaja aan de noordoostkust van Java ligt. Een oom van Diel verhuisde rond 1870 naar Blitar. De Blitar-tak van de familie telt in Nederland nog vele nakomelingen (zie hierover een bijlage). Wij beperken ons hier tot de Grissee-tak.

Reviews

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

door Roel de Neve op 12-03-2021
De auteurs identificeren Moes als een kleindochter van Mangkunegoro IV, die van 1853-1881 regeerde over het midden-Javaanse rijk Mangkunegaran. Haar inheemse naam luidde Siti Rahayu Tjokronegoro.
De Indische stamvader van de Erentreichs was Godfried Ehrentreich (de familienaam nog met een h als tweede letter gespeld). Hij kwam als matroos in V.O.C.-dienst aan boord van het schip "Kattendijke" in het voorjaar van 1768 op de rede van Batavia aan. Deze vroege komst naar Indië (nog in de V.O.C.-tijd) maakt dat de familie Erentreich tot de zogeheten oude Indische families mag worden gerekend. Godfried maakte als korporaal te Soerabaja in 1788 een testament waarin sprake was van zijn huishoudster de vrije Javaanse vrouw Tjincker. De auteurs achten het, mijns inziens terecht, aannemelijk dat zij Godfrieds concubine en de moeder van zijn zoon Christiaan Fredrik (overgrootvader van Diel) was.
Zoals de titel al aangeeft, baseerden de auteurs zich op herinneringen. Daarbij gaat het met name om de op schrift gestelde herinneringen van twee andere dochters van Diel en Moes Erentreich en de verhalen verteld door de schoonmoeder van de eerste auteur. Op basis daarvan schreven de auteurs een persoonlijk verhaal waarin de lezer de diverse familieleden van zeer nabij leert kennen. Dat er ook ruime aandacht is voor de historische context maakt deze publicatie extra aantrekkelijk. Het uiteindelijke resultaat zal niet alleen door de familie, maar ook door iedereen die van Indische familiegeschiedenis houdt met veel plezier worden gelezen.