Ben en zijn draak
Zoektocht naar zichzelf

Ken je dat gevoel dat je kookt van woede omdat dingen niet gaan zoals jij wilt?

Ben en zijn vrienden gaan enthousiast aan de slag met het bouwen van een prachtige boomhut. Als zijn vrienden de bouwplannen niet volgen, wordt Ben woest! Hij verandert in een draak. Met een oorverdovende brul spuwt Ben vuur en jaagt hij iedereen weg. De volgende dag pesten de kinderen Ben op school. Verdrietig loopt hij weg en ontmoet andere kinderen die zijn probleem herkennen. Samen gaan ze op zoek naar Bens draak, maar moet hij zijn draak verslaan of juist redden? Deel jij het geheim met Ben?

Daphne Spijkstra (1979) roept met dit boek kinderen op hun eigen weg te volgen.
Ontdek je talent en wees trots op jezelf!

Daphne Spijkstra (1979) groeide op in Naarden. Als klein meisje wilde ze al schrijfster worden. Ze schreef verhaaltjes en gebruikte graag haar fantasie. Eigenlijk doet ze dat nog steeds, want in haar verhalen mengt ze verbeelding, realiteit en een vleugje psychologie. Terwijl ze schrijft, ziet ze de verhalen als een film in haar hoofd.
Ze heeft journalistiek gestudeerd en is nieuwsgierig naar de passie en achtergrond van mensen. Daarnaast is ze dol op kinderen én taal. Met deze combinatie schrijft ze graag kinderverhalen, maar kan ze haar nieuwsgierigheid en creatieve ei ook kwijt in interviews, columns en gedichten.
Daphne heeft twee dochters en twee stiefdochters. Ben en zijn draak is haar eerste boek en ze is van plan om nog meer boeken te gaan schrijven.

Ook dát nog. Ben krijgt een zwaar gevoel in zijn maag. Nu heeft hij eindelijk dat slangenmens gevonden, maar is de weg naar boven onvindbaar. Alles mislukt en dan komen die stomme Rinus en Paco ook nog met hun rotopmerking. Ben wordt steeds razender en moppert hardop.
‘En als ik me niet door jullie had laten overhalen, dan was ik niet in deze ellende terechtgekomen. Er gebeuren allemaal vreemde dingen. Wat is dit nu toch allemaal: een paarse wolk, gekleurde schapen, vreemde bomen en bossen en nog zo’n boomhut waarvan de ingang niet te vinden is!’ schreeuwt Ben.
Hij stampt met zijn voeten op de grond en ziet tot zijn schrik dat zijn voet veranderd is in een grote blauwe poot met lange nagels. Dit beeld maakt hem nog kwader en terwijl hij het uit wil schreeuwen van woede, komt Rita haar boomhut uit gerend.
‘BEN! Stop hiermee! Je zet het hele bos nog in lichterlaaie met je drakenstreken. Kalmeer nu toch eens!’ roept Rita fel, waarna ze begint te neuriën.
Verbaasd kijkt Ben om en ook Katja kijkt Rita met grote ogen aan.
‘Een liedje neuriën, serieus, Rita? Ben maakt bijna houtskool van dit bos én van ons en jij gaat een liedje zingen? Ik heb altijd al geweten dat je apart bent, maar nu blijkt dat je gewoon gek bent!’ roept ze wanhopig.
‘Welnee, Katja, maak je maar niet zo druk. Kijk maar,’ sust Rita haar, terwijl ze naar Ben wijst.
Ben zit ondertussen op zijn drakenachterwerk in het mos, verliefd te kijken naar een vlinder op zijn poot. Katja wrijft in haar ogen.
‘Maar, maar… hoe kan dit toch?’ vraagt ze zacht.
‘Ik weet dat jij altijd moeilijk te overtuigen bent, maar zelfs in dat drakenbeest zit een klein jongetje dat gewoon aardig gevonden wil worden. Ben is in gevecht met zichzelf, dat moet hij zelf oplossen en dat is precies zijn opdracht.