Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

'Amalia, Amalia, ga je mee naar het Grote Duitse Rijk?'
Bijltjesdag

Auteur

Jacobus Vis

Uitvoering
Paperback
Prijs
21 ,50
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

Op 5 september 1944 ging de mare dat de geallieerden voor de deur staan. De spoedig verwachte bevrijding bracht de bevolking in juich stemming. De volgers van de Nazi ideologie werd een bloedige wraak 'Bijltjesdag ' in het vooruitzicht gesteld. In paniek vluchtten duizenden Nederlanders, hoofdzakelijk moeders met kinderen naar het reeds zwaar getroffen Duitse Rijk. Door armoede, gebrek of verlies van hun bedrijf en Nazipropaganda hadden de vaders ervan hen in hun keuze meegesleurd. Er waren er ook die geen besef hadden van wat er speelde, dat in de titel naar voren komt. Aan hun kinderen, zoals de kleine Jacob, werd niets gevraagd, die kwamen met hun moeders in de heksenketel van bombardementen, beschietingen, repressie en beschuldigingen terecht.

Over de auteur

Jacobus Vis (1934) begon na zijn zestigste te schilderen en tussendoor schreef hij de herinneringen op over de belevenissen aan het eind van het laatste oorlogsjaar in Nazi Duitsland. Hij heeft lang moeten wachten met het uitgeven van zijn autobiografisch verhaal omdat zijn moeder en broer, beide inmiddels overleden, er fel op tegen waren dat het op straat kwam te liggen. Het verhaal geeft inzicht in hoe door de zwarte crisis der dertiger jaren er duizenden Nederlanders waren die in de 'Nieuwe Orde' van Hitler geloofden.

Productinformatie

ISBN
9789464315301 / 978-94-643-1530-1
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
25-06-2021
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
176
Formaat
16 x 24 cm
Illustraties
Nee

Inkijk

"Kom mee naar binnen Jacob, er zitten hier geen tijgers," zei Uli. Binnen brandde een olielamp die in het midden neer hing. Op de plank als zitbank geplaatst tegen de wand in de laadruimte van wat Uli de meubelwagen noemde, zaten twee vrouwen met witte hoofddoeken om en in lappen gekleed, de man in in shabby kleding van onbestemde snit en kleur. Eens hadden ze wellicht uniformen gedragen maar die waren hen natuurlijk afgepakt, alleen hun legerschoenen hadden ze zo te zien mogen behouden. Er hing een stallucht om hen heen. Zouden ze in een stal of schuur slapen? vroeg Jacob zich af. Uli vroeg aan Sepp wat ze aan het doen waren. "Aardappelen opgraven," zei Sepp, dus aardappelen rooien, begreep Jacob. Sepp vertelde dat hij zijn ossen en wagen onder de bomen had verstopt, want bij de bommenwerpers gingen soms jachtvliegtuigen vooraf, en die schoten op van alles. Vorige maand nog hadden ze een ploegende krijgsgevangene met paard en al aan flarden geschoten. "Bij ons in Holland schieten de vliegtuigen ook op van alles," zei Jacob, 'op treinen, veerponten, boten en ook op mensen en kinderen." 'Het zijn moordenaars," zei Sepp. 'Ja, cowboys," zei Uli luchthartig. "Is het hier wel bomvrij?" vroeg Jacob bezorgd. "Tot nu toe is er nog geen bom op gegooid," zei Sepp. "Gaan jullie toch zitten," zei hij tegen de jongens. Ze namen tegenover de gevangene plaats die er roerloos bijzaten en hen niet aankeken. Misschien is dat ze ook verboden, dacht Jacob.

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Er zijn nog geen reviews over dit boek