Samenvatting
In de regelmaat in het leven van de twee ervaren rechercheurs, Jurris en Jeronimus, vindt plotseling een keerpunt plaats. Diezelfde ochtend vinden ze vijf lijken in de sneeuw, die de aanleiding zijn voor iets veel gevaarlijkers.
De omstandigheden worden bar en ondraaglijk, en het is maar de vraag of de stad Obay het redt tegen een machtige terroristische organisatie.
Over de auteur
Daniil Butter (pseudoniem van Danill Evdokimov), is geboren in 2006 in Kurgan, de kleine Russische stad in Zuidwest-Siberië. Het grootste deel van zijn jeugd heeft hij echter doorgebracht in een andere West-Siberische stad, Tjoemen. Op zijn achtste is hij samen met zijn moeder verhuisd naar Nederland, waar hij op een reformatorische basisschool terechtkwam, en daar voor het eerst de Nederlandse taal begon te leren. Zowel Daniil als zijn ouders en leraren wisten dat hij aanleg had voor taal, omdat hij het Nederlands al binnen enkele maanden beheerste. Nog steeds is het leren van (vreemde) talen en literatuur een hobby van Daniil. Hij heeft een bloeiende fantasie en schrijft sinds jaren al zijn eigen verhaaltjes, waarvan dit het het eerste grote project is. Hij is bijzonder geïnteresseerd in politiek-economische wetenschappen, hetgeen hij ook in zijn eerste boek naar voren laat komen.
Productinformatie
- ISBN
- 9789464507102 / 978-94-645-0710-2
- Uitgeverij
- Boekscout YO!
- Verschijning
- 01-07-2022
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Thrillers
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 142
- Formaat
- A5
- Illustraties
- Nee
Inkijk
‘Ik herinner me een situatie uit Arulco. De gevangenis waarin ik zat, was vreselijk. Buiten klonken overal schoten uit geweren en knallen van bommen. Ik droom er nog steeds van. Gevangenen werden vaak verhoord, en als ze een vraag fout beantwoordden, stond hen een urenlange marteling te wachten. Te eten kreeg men nauwelijks. Ik herinner me een man die een rat heeft gegeten, gewoon omdat er niets anders was. Op dat moment dacht ik dat ik het niet meer zou overleven. Ik gaf het op en deed zelfs een poging om er een eind aan te maken … Maar op een gegeven moment werden we bevrijd. Binnen een week lag ik in het ziekenhuis, hier in Obay. Kort daarna werd alles weer normaal. Zo vrolijk als toen had ik me nooit eerder gevoeld.’
Voor het eerst in zijn leven hoort Jeronimus de stem overslaan van Jurris Petrusson, zijn dappere collega.
Er volgt een korte pauze die Jurris gebruikt om op adem te komen. ‘Wat ik zeggen wil, is dat er altijd hoop is. Dat men nooit moet opgeven, in welke situatie dan ook. Als wij met een goede mentaliteit ons werk doen, blijft het zelfs in de donkerste tijden licht …’
Deze speech heeft Jeronimus ontroerd en het heeft hem tegelijkertijd hoop gegeven. Hij gaat ervan uit dat alles goedkomt, dat hij binnen de kortste keren weer met zijn familie aan het kerstdiner zal zitten, of dat hij met lust en motivatie zijn werk zal doen.
Nog enkele uren verstrijken, er is nog steeds niets gebeurd. Jeronimus kan zich niet meer bewegen van de kou en de pijn. Helder denken lukt hem niet meer. Alles in hem voelt kapot of bevroren, vaak zelfs een combinatie van die twee. De rechercheurs zijn nu te uitgeput om nog een woord te wisselen. Buiten is het al helemaal donker en de temperatuur is ten minste met tien graden gedaald. Weer schijnt hij weg te zakken in een bodemloos zwart gat, alles tolt rond, hij wordt misselijk. Ineens kan hij niets meer zien of voelen.