Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

De blonde varaan
en andere bitterzoete verhalen

Auteur

Carl Stellweg

Uitvoering
Paperback
Reviews
4,0 / 5 (3 reviews )
Prijs
21 ,50
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

“De blonde varaan raakte zijn schouder aan, zijn borst, en zei, lachend: ‘Ja, ik ben niet goed snik. Dat heb je goed gezien. Maar daarom wil jij mij nog wel. Jij wil mij ook. Niet dan? Ja hoor. 
Dat wil je best.’’ 

In ‘De blonde varaan’, het titelverhaal van deze bundel, wordt een liefdevol portret geschetst van een gevreesd,  verscheurd, maar ook diep bemind tienermeisje. Het is een verhaal over hoe noodlottig hevig een liefde op jonge leeftijd al kan zijn. Ook de andere verhalen staan in het teken van onmogelijk verlangen en de beloftes van de jeugd, die vaak een bitterzoete dood sterven. Dit alles in Stellwegs beproefde geestige en weemoedige stijl. ‘De blonde varaan’ is literair amusement van hoog niveau.

Over de auteur

Carl Stellweg is auteur, journalist en vertaler in Rotterdam. Hij schrijft graag over adolescenten omdat hij naar eigen zeggen zelf de adolescentie nooit is ontgroeid. Daarmee prijst hij zich gelukkig. Eerder schreef hij de roman ‘Mijn beeldschone aandoening’ en de bundel ‘Het verbond tegen meedogenloos mooie jongens’.

Lof voor ‘Het verbond tegen meedogenloos mooie jongens’:

‘Stellweg hanteert een rijke woordenschat en weeft telkens opnieuw de meest fraaie, originele zinnen aaneen’ - recensente/redacteur Hanneke van de Water.

‘Oorspronkelijk en beeldrijk’ - Schrijfster en recensente Marjet Maks.

‘Stellweg laat zich kennen als een taalvirtuoos die grossiert in sprankelend en origineel woordgebruik’ - Journalist/schrijver Marc Guillet.

‘Geen boek dat je in een ruk moet uitlezen. Het taalgebruik van Stellweg is daarvoor te virtuoos...’ - Journaliste/recensente Janny Kok in Rotterdam Vandaag&Morgen.

‘Creëert een aangename intimiteit tussen lezer en letters... zijn verhalen herbergen zowel een donkere als een hilarische kant’ - Boekhandelaar Remco Houtepen.

Lof voor Mijn Beeldschone Aandoening:
‘Zwaar onder de indruk van dit boek. Het is heel goed geschreven en het verhaal zit knap in elkaar.” - Leestafel.info

‘Houdt de lezer vast en sleurt hem mee in een verhaal dat ontzettend aan het nadenken zet.’ - Inkt!

Productinformatie

ISBN
9789464505726 / 978-94-645-0572-6
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
20-05-2022
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
178
Formaat
16 x 24 cm
Illustraties
Nee

Inkijk

Hij was opgelucht toen zij opendeed. Onmiddellijk zakte ze op haar hurken, als in sprakeloze aanbidding voor hem, maar in werkelijkheid om twee schoothondjes van hem af te houden. Ze droeg een hartverscheurend, luchtig jurkje. Ze was eigenlijk helemaal niet zo frêle, zag hij nu, niet zo’n snijboom als de meeste van die andere wichten, niet zo Nederlands, net even iets anders. Exotischer, vloeiender. Haar ouders ontvingen hem hartelijk. Ze waren niet angstaanjagend, alleen een beetje excentriek. Ze zaten net aan hun zondagmiddagborrel, zoals ze zeiden, en kletsten hem de oren van het hoofd alsof hij in alle opzichten hun gelijke was. Hun dochter zweeg en zat in permanente trance naar haar blote voeten te kijken. Op een onbewaakt ogenblik trok ze er een op, waarbij haar jurkje omhoog kroop, ten gunste van haar jonge, avontuurlijke dijen, die ze op ongemakkelijke maar toch bevallige wijze tegen elkaar geklemd hield. Een kwetsbaar dier was ze – kwetsbaar, maar lenig en onbevreesd. Het tafereel richtte een gonzende zaligheid in hem aan, maar verder duurde het maar in die huiskamer. De ouders sloegen hun borrels steeds achtelozer naar binnen. Hij hielp het gesprek op gang houden. Het ging over politiek, de maatschappij, geschiedenis, natuurwetenschappen. Daar wist hij wel wat van af. Hij was een van de weinigen in de klas die kranten las. Ook verdiepte hij zich in de raadselen van het heelal, de Theorie van Alles. Daarover kon hij mooi vertellen, en in veel plechtiger taal dan je van een jongen van zijn leeftijd mocht verwachten. Hij stond dan ook bekend als ‘intueeltje’. ‘Oud lulletje’ zeiden ze soms zelfs. Maar wat moest hij anders dan de tijd zo goed mogelijk volpraten? Ze gaf hem geen aanwijzing en hij was een ongenode gast in haar huis. Toen hem het schokkende voorstel werd gedaan te blijven eten, keek hij haar aan. Ze zat weggedoken in haar stoel. Ze had haar benen met adellijke nonchalance over elkaar geslagen en schonk hem niet meer dan een behoudende blik. Het was duidelijk dat hij haar verveelde, tegenviel, dat het over was voordat het was begonnen.

Reviews (3)

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

door Marc Guillet op 14-06-2022
Lichtvoetig boek waarin veel drama schuilt
Recensie

Kortgeleden trof ik in mijn brievenbus de nieuwste verhalenbundel aan van Carl Stellweg met de intrigerende titel ‘De blonde varaan’. Mijn wenkbrauwen gingen fronsend naar beneden. Wat zou de auteur bedoelen? Het exotische dier is een onbekend reptiel in onze contreien. De enige die ik ooit in een documentaire zag, was de komodovaraan, een angstaanjagende, meterslange hagedis uit de oertijd, die alleen op beperkte schaal in Indonesië leeft.
De enige varaan die ik in een titel ken, is die van een stripverhaal in de Suske en Wiske reeks, ‘De nare varaan’ in de rol van betoverende prins.
Varanen zijn, zo lees ik bij Wikipedia, koudbloedig, adoreren de zon, hebben een gespleten tong, en zijn lenig, snel en bijzonder sluw. Volgens de achterflap is de varaan uit het titelverhaal een ‘gevreesd, verscheurd, maar ook diep bemind tienermeisje’.
Ook de andere verhalen gaan over de zielenroerselen van de jeugd. Nu kunnen boeken, films of tv-series over pubers en hun zoektocht naar zichzelf en de zin van het leven, hun eerste stappen op het onvoorspelbare pad van de liefde en de seksualiteit, me zelden bekoren. Amerikaanse high school movies als ‘Grease’ en ‘The Breakfast Club’, of recente Spaanse series als ‘Elite’ of ‘Gossip Girl’ zitten vol clichés en drama queens en zijn aan mij niet besteed.
Stellweg loopt gelukkig met een grote boog om deze valkuilen heen. Dat blijkt al in het eerste verhaal over Stuurvrouw, lerares geschiedenis, die zo genoemd wordt omdat ze is getrouwd met leraar Stuurman. De ik-persoon heeft gevoelens voor haar en het wordt al snel duidelijk waarom. Ze is weliswaar klein van stuk, maar is een ongewoon mooie vrouw, als Liz Taylor in de bloei van haar leven. Ze had ‘sierlijke, volle lippen, die altijd iets van spot leken uit te drukken, hoge jukbeenderen, een fraai gewelfd voorhoofd en een delicate, wat spits toelopende kin’. Ze had een voorkeur voor ‘wijd uitstaande jurken in zuurstokkleurtjes, met een strik op schouder of achterwerk’. Ze droeg graag schoenen met hoge hakken en haar diep uitgesneden decolleté bood uitzicht op de omtrekken van haar volle borsten. Vaak zat ze op haar podiumpje voorin de klas en in haar stem klonk een vanzelfsprekende autoriteit door. ‘Stuurvrouw was een amazone die ons bereed met een kalme, zekere hand’.
De hoofdpersoon in het verhaal gooit er met de pet naar wat betreft zijn huiswerk, maar hij hoopt, nee vertrouwt erop, dat zijn lerares hem wel coulant zal behandelen, doordat hij de indruk heeft dat hij bij haar wel een potje kan breken. Of dat ook zo is? Dat ga ik hier natuurlijk niet verklappen.
Het tweede verhaal kon me, naarmate het vorderde, wat minder bekoren. Het gaat over scholieren die een rockband beginnen en waarvan de man op keyboards naar de naam Carl Stellweg luistert. Hij is de initiatiefnemer en schrijft ook songteksten, die de andere leden van de band boven de pet gaan. Vermakelijk, maar te ver uitgesponnen, naar mijn smaak.
‘De kleine mannen’ daarentegen zoog me helemaal in het verhaal, in de kneuterigheid van een Brabants dorp, de karakterisering van de relatie tussen Jaap en Marijke, de spruitjeslucht van het gezin van Marijke’s ouders. Ook hier weet Stellweg de enscenering van het verhaal treffend te beschrijven en komen zijn dialogen waarachtig over.
Met de ‘de blonde varaan’ geeft hij gehoor aan de aanbeveling ‘Save the best for last’. Terecht is dit de uitsmijter van deze bundel. Het heeft een goede spanningsboog en ik heb het nagelbijtend gelezen. Over een non-conformistische jongeling van veertien jaar, een verlegen man in een jongenslichaam, een slome duikelaar die in de klas zit met een mysterieuze blondine die toenadering tot hem zoekt. Zijn vrienden noemen haar een ‘lekker ding’, maar ook ‘aanstelster’. Ze zou hebben deelgenomen aan duistere ‘spelletjes’, verboden experimenten, zo werd gefluisterd.
In beeldend taalgebruik werkt Stellweg, tergend langzaam, naar de climax toe. Met bijna sadistisch genoegen werpt hij de lezer kruimels informatie toe. Hij schrijft zinnelijk, maar tevens subtiel, en op een omfloerste manier over seksuele gevoelens, verlangens en handelingen tussen de prille geliefden. Een zinderend zomerverhaal.
De blonde varaan is een lichtvoetig boek geworden waarin veel drama schuilt. Stellweg is erin geslaagd de thema’s uit de overgangsfase van adolescentie naar volwassenheid op te dienen in een smakelijk proza vermengd met goed gedoseerde porties ironie en Engels aandoende droge humor. Diverse personages blijven me ook na het dichtslaan van het boek bij. Zo zou ik lerares ‘Liz Taylor’ en de verleidelijke femme fatale in de dop wel eens willen ontmoeten.

door fred stelwagen op 16-06-2022
Over de verhalenbundel de Blonde Varaan
Marc Guillet heeft al een mooie recensie geschreven. Ik wil daar iets aan toevoegen. De schrijver heeft met deze bundel de werkelijkheid van de puber en adolescent willen beschrijven. Die leeftijd wordt achteraf vaak door de mist van de jaren gezien. Carl geeft ons in de blonde Varaan het gevoel mee van onwetendheid, de grote onwetendheid over relaties waar iedereen mee begint.
In verhaal 2 schrijft hij over een punkband die hij vroeger heeft opgericht. Dit is gek genoeg, een stukje bekentenisliteratuur ala Reve. De schrijver noemt zichzelf bij naam. Bij mij gaan dan allerlei gedachten spelen over wat is verzonnen en wat niet. Een verhaal is een verhaal voor mij. Ik zou het leuk vinden als Carl geen Bach en Blues speelt op zijn keyboard. Het verhaal zelf over de band Transition brengt ons terug op school, toen we The Hollow Men van TS Eliott moesten leren. Dit verhaal gaat over the Hollow Boys met dus die vervreemdingstechniek van eigen naamgebruik.
Mooi boek. te lezen vanaf pakweg 12 jaar om dan op je 24e nog eens te lezen en dan te begrijpen. Dit is geen jeugdliteratuur, maar we moeten de jonge lezer niet onderschatten.
Geschreven door Lydia Schmidt op 30-06-2022
Na zijn eerste bundel korte verhalen (Het verbond tegen meedogenloos mooie jongens) was er reden uit te zien naar de volgende. Ditmaal bitterzoete verhalen. Dat is Stellweg wel toevertrouwd; hem kan geen voorkeur voor luchtigheid en vrolijkheid verweten worden.

Ook deze bundel stelt niet teleur. Stellweg’s verhalen zijn prikkelend en verkennen in dit boek de zo bepalende fase van puberteit en jongvolwassenheid met al zijn onzekerheden (vooral dát) listig vermomd als dédain, onverschilligheid en lichte arrogantie. Maar je hart krimpt tijdens het lezen al gauw bij de pijnlijkheden en struikelpartijen die zo kenmerkend en herkenbaar zijn in deze levensfase (toch ?). Daarin blijkt de man dan toch weer niet wezenlijk te verschillen van de vrouw.

Ik houd van schrijvers die de Nederlandse taal met respect en souplesse hanteren, en dat kan Stellweg. Omschrijvingen als “geglaceerde trut”, en “schapen lagen als maden in het weiland” deden me glimlachen. Zijn pen is rijk en creatief, scherp, met liefdevolle finesse en rijk aan nuances. Zijn taal is een feest om te lezen, als zijn de onderwerpen dat (meestal) niet.
De taalschildering van het onbeholpen puberale gehannes met de andere sekse gaat niet langs de gemakkelijke weg van hilarische situatieschetsen, maar kiest de wat moeizamere weg van de pijnlijkheid. Lichtelijk schrijnend is het om de hoofdpersoon te zien schutteren met het onderwerp van zijn begeerte (“jongen, pas toch op, dat gaat ‘m niet worden !”). Het zal voor velen herkenbaar zijn. Het laat deze lezer in elk geval achter met – inderdaad – bitterzoete herinnneringen.

Dat ik wat moeite had met de Brabantse tongval in de vertelling De kleine mannen (“Moet dâh been van gullie moeder er nog nie af?”) zegt in dit geval slechts iets over deze lezer die – geboren en getogen in de Lichtstad van Brabant – nog altijd vlekken krijgt van het dialect daar. Het verhaal was evenwel het meest hilarische exemplaar uit de bundel, met een moeder die maar niet ophoudt mensen een biertje dan wel een wijntje aan te bieden. Zou het een Brabantse gewoonte zijn, want ook daar herkenning (“Neeeeee mam, ik hoef niet nóg een kerstkransje, dank je”).

Het Nederlandse taalgebied is een schrijver rijker.