Aan de hand van paleontologisch en antropologisch bewijsmateriaal bewijst Huib van Papenhuijzen dat deze ‘oorlogsmaatschappij’ een zeer recent verschijnsel is in het lange bestaan van de Homo sapiens en van zijn voorzaten. Voor 99% van de geschiedenis van zijn soort is zijn overleving enkel te danken geweest aan samenwerking. De ontwikkeling van de intelligentie en de cultuur is niet te danken geweest aan enkelingen, die de mensheid willens-nillens voortstuwden op het ‘pad van de vooruitgang’ maar aan het bijeensteken van de koppen om gezamenlijk een oplossing te vinden voor de problemen waarvoor zij stond.
Volgens de auteur is het verkeerd gelopen toen de sedentarisatie zich ontwikkelde en leidde tot het vormen van hiërarchisch bestuurde steden waarin de vruchten van de arbeid van allen werden gemonopoliseerd door een kleine groep van bestuurders. Dit streven naar macht en rijkdom, dat begon een tienduizend jaren geleden, is nu nog steeds de meest gangbare vorm van maatschappij.
In het laatste deel van zijn boek behandelt de auteur enkele alternatieven die volgens hem nodig zijn om het voortbestaan van de Homo sapiens te waarborgen.
Als coauteur van het boek ‘De supersamenwerker’ (EPO, 2016) kan ik enkel akkoord gaan met de hoofdlijnen van het betoog van het boek. Ik heb enkele bedenkingen bij het uitwerken ervan. Ik vrees dat de opkomst van landbouw en veeteelt, de sedentarisatie en het in voege komen van een hiërarchisch bestuur, niet zo rechtlijnig is geweest als de schrijver van het boek suggereert. De machtsverhoudingen zijn lange tijd onbeslist gebleven en vele bestuursvormen zijn door de Homo sapiens beproefd geweest voordat, dank zij de overmacht van het wapengeweld, onze ‘beschaving’ haar stempel heeft gedrukt op de hele wereld met alle nefaste gevolgen die wij nog altijd waarnemen. Het is spijtig dat de schrijver als blauwdruk voor een alternatieve maatschappijorde geen gebruik heeft gemaakt van de regels van Elinor Ostrom. Zij legde die vast na een empirische studie van alle maatschappijen van jagers-plukkers tot hedendaagse coöperatieven, die samenwerking kunnen bestendigen.
Het is in ieder geval de grote verdienste van de auteur de deuren wijd open te hebben gesteld voor een andere en bredere kijk op de samenleving. Die kijk hebben wij broodnodig.
Johan Hoebeke, Dr.Sc., Science Director van het Centre National de Recherches Scientifiques (gepensioneerd) van Frankrijk.