Het terugwinnen van vertrouwen in de politiek
Gedachten over politiek verval en herstel, en de herwaardering van publieke ethiek en de gemeenschap
- Auteur
-
Jan Hoogervorst
- Uitvoering
- Paperback
- Genre
- Maatschappij
- Prijs
- € 23 ,99
- Verzending
- Gratis verzending in Nederland en België
- Levertijd
-
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)
Samenvatting
Over de auteur
Productinformatie
- ISBN
- 9789464507546 / 978-94-645-0754-6
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 22-07-2022
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Maatschappij
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 290
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Ja
Inkijk
Het denken in de concepten van ‘new public management’ leidde voorts tot het idee van de ‘verplichte aanbesteding’. Daarbij gaat het over de mechanistische begrippen voor beheersing: kosten, planning, mijlpalen, targets, prestatieafspraken en sancties. Paragraaf 6.6.2 zal argumenteren dat deze begrippen compleet falen bij niet-triviale beleidsinitiatieven omdat dergelijke initiatieven gekarakteriseerd worden door initiële onzekerheid en onbepaaldheid. De verplichte aanbesteding leidt onvermijdelijk tot op drijfzand gebaseerd wensdenken dat wordt gereïficeerd: de voor waar gehouden toekomstige realiteit. Een typisch voorbeeld is de tragedie met de hogesnelheidslijnen met de Fyra als materieel symbool van de totale mislukking [107]. De verplichte aanbesteding betreft ook het recht om routes van het openbaar te verzorgen. De absurditeit van deze procedure is voorts gelegen in het feit dat de periode van het exploitatierecht beduidend korter is dan de gebruiksduur van het bij de exploitatie gebruikte materiaal. Niet bevorderlijk voor de bereidheid van marktpartijen om in het openbaar vervoer te investeren [107]. Zelfs voor relatief triviale zaken, zoals het aankopen van schoolboeken, was verplicht aanbesteding noodzaak, met twijfelachtig nut: “Miljoenen worden gereserveerd voor juridisch en ander advies voor als die aanbestedingen uitlopen op een hel. Scholen moeten mankracht vrijmaken voor dit circus” [54, p. 68].
Dit is dus de trieste eindbalans. De mechanisering en economisering van het sociale, in belangrijke mate gedreven door hetgeen hierboven is geschetst, heeft geleid tot aanzienlijke sociale afbraak. Naast bovengenoemde voorbeelden is dit te zien in bijvoorbeeld, de opheffing van kantongerechten en het belemmeren van de toegang tot het rechtsbestel; het opheffen van lokale politiebureaus; het verschralen van voorzieningen op het platteland, zoals die betreffende openbaarvervoer of scholen; de ontoegankelijke digitale overheid; de verslechterde jeugdzorg; of de planologische lappendeken. Publieke diensten werden niet beter: “Ondanks de belofte dat ze na markintroductie beter zouden functioneren, werden ze slechter, duurder en personeelsonvriendelijker” [107, p. 30]. Dit is hetgeen ook Tjeenk Willink concludeert: “Het streven naar een kleinere en goedkopere overheid die tegelijkertijd ook ‘beter’ zou zijn heeft voor burgers een tegengesteld effect gehad: meer regels, meer formulieren, meer controle, meer kosten. En niet beter” [247, p. 21]. Hoe kon deze onvoorstelbare sociale afbraak jarenlang doorgaan? Naast hetgeen in de appendix is geschreven moeten wij ook denken aan de door Bertolt Brecht geformuleerde paradox: domheid wordt onzichtbaar als ze maar groot genoeg is.
Reviews
Er zijn nog geen reviews over dit boek