Een oud-studievriend van de auteur is totaal onvindbaar en de enige afwezige op een reünie. Na een intensieve zoektocht blijkt de zeventigjarige man, Tom, zonder enig vast inkomen en verstoken van gewenste medische zorg in deplorabele toestand in Piraeus te verblijven. Na meerdere bezoeken weet hij door opgewekt vertrouwen zijn gêne te overwinnen en vertelt hij in de loop der tijd zijn verhaal. Een Syriër speelt daarin in Libanon een dankbare, stimulerende rol. Toms noodzakelijke tijdlijn kan worden opgesteld. Een oorlogstrauma, gevolgd door een alcoholverslaving, blijkt de reden van zijn sociaal vacuüm en leefomstandigheden te zijn. Dankzij gericht researchwerk lukt het een vast inkomen voor Tom te verwerven, dat voor hem de mogelijkheid biedt tot een alleszins menswaardiger bestaan.
Teun van Nee (1937), gehuwd en twee zonen, startte in 1961 als HTS-ingenieur met zijn echtgenote een tot bloei gebracht industrieel bedrijf. Een tussentijdse rechtenstudie scherpte zijn geest en nieuwsgierigheid. Zijn interesse, gestel en menslievendheid vormen de basis voor onafgebroken activiteiten op divers gebied.
|