Samenvatting
Diederik van Lingen heeft binnen het rooms-katholieke geloof spiritualiteit en traditie gevonden en is, evenals de woestijnvaders, op zoek gegaan om God te ervaren. Zo werd Diederik een Godzoeker. De stilte van het klooster werd zijn ‘woestijn’ waarin de Getijden van het klooster de rode draad van het dagelijks leven vormen. Om zijn zoektocht vast te houden, is de auteur seculier novice oblaat geworden; een geestelijke verbintenis in gebed met de monniken. Een naar binnen gericht bewustwordingsproces is op gang gekomen. Hoe ervaart hij dat? Er ontstaan veel vragen waar echter niet altijd een antwoord op is.
Over de auteur
"In 1944 ben ik in Vlaardingen geboren. Op mijn achtste jaar verhuisde ik met mijn ouders naar Gorinchem. Na de pedagogische academie heb ik tot mijn pensioengerechtigde leeftijd op een christelijke basisschool gewerkt. Ik ben protestants opgevoed, maar ben zes jaar geleden overgegaan tot het rooms-katholieke geloof. Ik ging op zoek naar God en zocht de stilte op van een Benedictijnenklooster. Ik heb mezelf een spiegel voorgehouden door mijn roerselen op papier te zetten."
Inkijk
Helaas zijn er velen die God niet meer nodig hebben.
De mensen haken af, omdat de maatschappij hen opslokt en zij zich de tijd niet gunnen om zich af te vragen, wat het doel in hun leven is. Ook haken mensen af bij tegenslagen of teleurstellingen. Tegenslag en dood horen niet bij God, maar wel de overwinning op dit leven, namelijk: het eeuwig leven. Ruimtevaart en ICT.- ontwikkeling gaan zo snel dat het lijkt alsof kennis over menselijke grenzen heen gaat. De mens kijkt hierdoor meer naar het oneindige en niet meer naar het innerlijke van zijn eigen ziel.
"Ik ben God niet tegen gekomen", zei één van de eerste Russische astronauten die in een baan om de aarde ging. Natuurlijk komen we God niet tegen, wanneer we vanuit het negativisme Hem zoeken. Als er geen verlangen is, zullen we God niet ontmoeten. Daar is meer voor nodig.
Stoppen wij al onze energie in materie, dan raken we onszelf kwijt. Onze ik is dan de auto, ons huis of ons werk geworden. Wij zijn status geworden. Maar status is zielloos, die kan van de ene op de andere dag wegvallen.
Daar staan de kranten vol van. Onze ziel blijft. Laten wij dan tijd maken om ons eigen ik in onszelf te zoeken. De kern van onze basis heeft geen status, geen bezit nodig. Los kunnen laten om te komen tot onszelf is een grote waarde, omdat allerlei zaken van buitenaf geen invloed meer op ons zullen hebben. Dit is de weg die wij moeten gaan om God in onszelf te ontmoeten. Vanuit deze levenshouding is er wel plaats voor een auto of een groot huis, want onze ziel zit dan niet meer in die materie, maar in onszelf. We hebben nu veel ruimte gecreëerd om de bron van liefde toe te laten, Gods liefde.