Wie gelooft wat?

Zo, laten wij ons eerst even aan jullie voorstellen. Wij zijn Sam, Lydia, Achmed, Attry en Leandra. We zijn vrienden en vriendinnen van elkaar. Maar weet je wat zo leuk is? We hebben alle vijf een andere godsdienst. Sam is joods en Attry is hindoe, Lydia is christen, Achmed moslim en Leandra is boeddhist. Als je dit boek uit hebt, dan zul je de verschillen en overeenkomsten met de religies beter begrijpen. Veel leesplezier!

Deze middag gaat Lydia huiswerk maken bij Sam thuis. Ze moet een werkstuk maken. En slim als ze is heeft ze besloten dat over het jodendom te doen. Lekker makkelijk, kan ze het nodige aan Sam of aan zijn vader en moeder vragen. De vader van Sam had er wel om moeten lachen. Hij vroeg aan Sam: "En jij maakt zeker een werkstuk over het christendom?" Maar nee, Sam houdt het bij vrachtauto’s, zijn grote hobby. Op zijn kamer heeft hij achtentwintig modellen van trucks. "Als je ze straks allemaal omsmelt, heb je genoeg ijzer voor je eigen vrachtauto!" Sam liet zijn vader maar praten. Lydia gaat naast Sam aan de grote tafel in de woonkamer zitten. Op het dressoir ziet ze een heel mooie kandelaar staan. "Waar heb je die gekocht?", vraagt Lydia. "Gekocht? Joh, die hebben we al heel lang. Mijn vader heeft hem nog van zijn vader gekregen. Het is een heel bijzondere kandelaar. Een menora. Tel het aantal armen eens..." "Zeven." "Juist", zegt Sam. "Zo’n kandelaar werd een paar duizend jaar geleden in de tempel van Jeruzalem gebruikt. Het is een heel oud symbool. Sterker nog, het is het oudste joodse symbool. Het is zelfs het officiële embleem van Israël." Sam loopt naar het dressoir, trekt een la open en pakt een stapeltje foto’s. "Maar hier zie je een kaarsenstandaard met negen armen. Tel ze maar na. Het is een chanoekia. Die gebruiken we op chanoeka. Dat betekent ‘feest van het licht’. We vieren het in december. Heel lang geleden, ik geloof zo’n 2000 jaar, mochten de joden een tijd de tempel niet gebruiken. Maar goed, om te herdenken dat het na een tijd toch weer mocht, vieren we chanoeka. Het duurt acht dagen en we steken elke dag een nieuwe kaars aan." Lydia denkt na. Er waren toch negen armen? "Met de negende kaars steken we steeds de andere aan, snap je?"