Morgen zal ik dansen

Roel Klein Tobbe is een man met een missie in deze wereld. Maar op het hoogtepunt van zijn carrière slaat de twijfel toe. Zelfs zo, dat hij niet langer gemotiveerd is om zijn beroep uit te oefenen. Hij neemt verlof en vertrekt naar Cambridge om als gastdocent te werken aan het beroemde King’s College. Hij sluit vriendschap met een vrouwelijke docent en doet bij toeval een historische ontdekking. Beide zullen hem helpen bij het kiezen van de juiste richting in zijn leven. Morgen zal ik dansen is een boek over twijfel, geloofwaardigheid, echtheid en het maken van keuzes die grote gevolgen hebben.

"Naast mijn werk als gemeenteambtenaar studeerde ik sociale wetenschappen en staatsrecht/bestuurskunde. Zowel in als naast het werk schreef ik altijd veel. Ik publiceerde twee juridische boeken (over subsidierecht en over klachtrecht) en werkte als medeauteur mee aan boeken over communicatie en gemeenterecht. Verder ben ik vaste columnist van de Vereniging van Griffiers. In mijn vrije tijd schrijf ik verhalen en romans. Morgen zal ik dansen is mijn tweede psychologische roman die bij Boekscout wordt uitgegeven."

De serene zekerheid die hem al die jaren eigen was geweest begon echter af te kalven. Daarvoor in de plaats slopen er gedachten zijn hoofd binnen die zich vastzetten als horzels in een paardenhuid. Dat proces was al een poosje aan de gang. In het begin waren het niet meer dan speldenprikjes, je had er even last van, maar daarna waren ze ook weer weg. Het werden er echter steeds meer. Kleine, losse ideeën, half getrokken conclusies, gebeurtenissen in de omgeving, een artikel in een krant, een losse opmerking van een collega, kortom, op zichzelf allemaal geen zaken die de wereld veranderden. Maar gezamenlijk vormden ze een patroon, een complex van overwegingen waar Roel Klein Tobbe niet vrolijk van werd. En hij begon ook langzaam te herkennen wat de rode draad door die gedachten was. Er gebeurde te veel in de wereld waarvan hij dacht: hoe kan het nu dat dit zomaar gebeurt? Hoe is het mogelijk dat een schepper deze dingen in zijn schepping toelaat? Hij begon vragen te stellen. Bij de godsdienstoorlogen in het verre oosten, Noord-Ierland, de genocide in Afrika, de strijd tussen moslims en christenen op de Balkan. Vragen bij een paar miljoen gezonde varkens, afgemaakt vanwege een ziekte die ze waarschijnlijk nooit zouden krijgen. Vragen bij hongersnood, zinloos geweld op staat, iemand die werd doodgestoken omdat hij een opmerking maakte over voordringen bij de kassa in de supermarkt. Zomaar een dag uit het nieuws. Roel Klein Tobbe maakte zich er kwaad over, werd er verdrietig van. Hij kon het niet begrijpen, omdat het voor een almachtige toch een kleine moeite moest zijn om daar iets aan te doen. Hij maakte zich opnieuw kwaad, maar nu op God, die de mensen kennelijk toch minder goed in de hand had dan hij tot nu toe had geloofd.