Voorkant cover van Goed bij en onvermogend

Achterkant cover van Goed bij en onvermogend

Goed bij en onvermogend

Auteur: Leo van der Sterren
Uitvoering: Paperback
Genre: Verhalen

Prijs: € 20 ,50
Verzending: Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd: Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

Goed bij en onvermogend bevat zes verhalen die vanaf 1980 tot stand zijn gekomen. De hoofdpersonen in de verhalen wekken de indruk normale mensen te zijn die de teugels van hun levens naar behoren in handen hebben. Die waarneming bedriegt, want het toeval doet hen in onvoorziene omstandigheden en ongewenste situaties belanden. Daaruit kunnen ze geen uitweg meer vinden. Ze kunnen niet anders dan berusten, en vaststellen dat tegenspartelen net zo zinloos is als het bestaan dat zij leiden.

Over de auteur

"Sinds ik op vijftienjarige leeftijd met schrijven begon, schrijf ik omdat het moet. Bovendien is de interesse gegroeid in waarom het dan moet. Ik heb gedichten, verhalen en opstellen gepubliceerd in onder andere Hollands Maandblad, Maatstaf, Optima, De Parelduiker, Gierik/NVT en Op Ruwe Planken. Daarnaast schrijf ik essays over Engelstalige literatuur, met als zwaartepunt de schrijvers Poe en Coleridge. Ten slotte geef ik ‘Daidallein’ uit, een E-schrift voor neo-maniëristische literaire teksten."

Productinformatie

ISBN: 9789088344398 / 978-90-883-4439-8
Uitgeverij: Boekscout
Verschijning: 13-06-2008
Taal: Nederlands

Genre: Verhalen

Uitvoering: Paperback
Pagina's: 156
Formaat: 12,5 x 20 cm
Illustraties: Nee

Inkijk

Het zal weinig aanwezigen in de kleinburgerlijk ingerichte huiskamer, met het voor die kleinburgerlijkheid zo stereotiepe kitscherige schilderij van het zigeunermeisje met de grote borsten aan de wand, zijn opgevallen, maar aan mijn oplettende oog ontsnapte de binnenkomst van Freek Kleedsteen niet. Tergend langzaam neeg de gangdeur open nadat de bel bij de voordeur had gerinkeld en tante Corrie open had gedaan. Daarna verscheen dat deel van het hoofd van achter de gangdeur waar bij andere mensen gemeenlijk het hoofdhaar prijkt. Een kaal hoofd. Een vriendelijk gezicht. Blauwe ogen. Freek Kleedsteen. Maar de rest van Freek werd vooralsnog achter gehouden. Het leek wel of hij eigenlijk niet binnen durfde te komen, of hij zich bij voorbaat al verontschuldigde voor zijn aanwezigheid. En dat in zijn positie en met zijn roem, hoe pril die ook mocht zijn. Want laten we eerlijk wezen: die ouwe jakobijn had de status bereikt van veruit beroemdste lid van de familie. Freek Kleedsteen was onmiskenbaar tot in de rangen van de Bekende Nederlanders opgeklommen. In elk geval duurde zijn aarzelende entree tante Corrie, wier naam een heus eufemisme vormde, want haar omvang rechtvaardigde zonder meer een ‘tante Cor’, veel te lang. En dus duwde zij Freek Kleedsteen kordaat de huiskamer in, een einde makend aan zijn getalm. Een ieder gaapte hem aan; hier verscheen immers een wezen dat op televisie kwam en daarmee tot de categorie van het buitenaardse behoorde.