Samenvatting
Het voelt als de hel op aarde als blijkt dat, Stefan, de zoon van Roel en Monique een ernstige vorm van acute leukemie heeft. De grootste nachtmerrie van iedere ouder. Hun leven stort in en niets is meer gewoon. Stefan vecht voor zijn leven en geeft niet op. De genadeklap valt als de leukemie voor de derde keer toeslaat. Artsen kunnen niets meer voor hem doen. Stefan maakt nog een wensenlijstje. Zijn laatste verjaardag viert hij groots: Stefans Party. Op 15 april 2010 overlijdt Stefan op dertienjarige leeftijd. Roel heeft Lieve Stefan grotendeels geschreven terwijl hij naast Stefan zat in het ziekenhuis. Een leven tussen hoop en vrees.
Over de auteur
"Het is zo vanzelfsprekend, getrouwd, twee kinderen, een job. Zo kabbelde mijn leven door tot die dag in maart 2008. Mijn zoon is ernstig ziek, heeft bloedkanker en wordt langdurig opgenomen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. In het ziekenhuis begin ik te schrijven en ik hou niet meer op. Alles wordt aan het papier toevertrouwd. In het boek neem ik de lezer mee naar de wereld van kinderkanker. Een eerbetoon aan Stefan…"
Inkijk
Wanneer het eten wordt gebracht moet Stefan bijna kotsen als hij het ziet. Alleen de gedachte aan eten maakt hem misselijk. Ik mag het opeten van Stefan, maar graag in de koffiekamer.
We zitten samen bij Stefan, elk aan één kant van het bed. De verpleegkundige doet de controles. Weer koorts (40.4) en Stefan voelt zich steeds beroerder. Als hij voor de zoveelste keer moet overgeven, spuugt hij sonde nummer negen uit. En zo gaat het maar door. Gvd, klotechemo, klotekanker.
Ik voel me zo machteloos, kon ik maar met hem ruilen.
Stefan zit er helemaal doorheen en wil geen nieuwe sonde meer. ‘Spuug ik toch weer uit’, zegt hij boos.
Ik geef hem gelijk, dit was sonde nummer negen, kan het nog erger? Maar de verpleegkundige vindt toch dat hij hoe dan ook een nieuwe moet hebben. ‘Anders krijg je helemaal geen voeding binnen’, zegt ze. ‘Het is erg belangrijk.’
Monique is het er niet mee eens, wordt boos en vindt dat Stefan alleen maar misselijker wordt van die smerige sondevoeding. Ik ben het helemaal met haar eens. Tegen de misselijkheid krijgt Stefan altijd medicatie maar het schijnt niet meer te helpen. Gelukkig komt verpleegkundige Nadine binnen en stelt zij Stefan een beetje gerust. Ze had de vorige sonde ook met succes ingebracht, dus gaat zij het weer proberen. Omdat ik het niet meer aan kan zien vertrek ik naar de koffiekamer.
Een half uurtje later komt Nadine bij me zitten. ‘Het is gelukt hoor, sonde nummer tien zit er in’, zegt ze.
‘Gelukkig, bedankt voor je geduld’, zeg ik opgelucht. Stefan had eindelijk toegegeven.
De andere verpleegkundige komt ook nog even bij me zitten. ‘Stefans reactie is heel normaal’, zegt ze. ‘Hij heeft gewoon een kutdag.’