Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

Roemika

Auteur

Lidewij ten Voorde

Uitvoering
Paperback
Prijs
20 ,99
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

In dit spannende boek vol fantasie leer je het meisje Soendara kennen. Zij woont op een van de vijf werelden, die lang geleden door de Grote Maker bedacht zijn. Op een dag krijgt ze de opdracht om op de andere vier werelden diamanten te gaan zoeken. Zo begint haar reis vol avontuur. Ze ontmoet veel mensen die haar helpen bij haar zoektocht. Maar ze wordt ook tegengewerkt. Is Soendara eigenlijk wel sterk genoeg om deze opdracht te volbrengen?

Over de auteur

"Ik ben geboren op 27 mei in 2000. Ik woon samen met mijn ouders, mijn oudere broer, broertje en zusje in Ameide. Van jongs af aan ben ik al bezig met het schrijven van verhalen. Realistisch schrijven is nooit iets voor mij geweest. Fantasie daarentegen vind ik geweldig en ik doe niets liever dan allerlei avontuurlijke verhalen bedenken waarin ik zelf de hoofdrol speel."

Productinformatie

ISBN
9789402223163 / 978-94-022-2316-3
Uitgeverij
Boekscout YO!
Verschijning
15-01-2016
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
142
Formaat
12,5 x 20 cm
Illustraties
Nee

Inkijk

Soendara is de eerste die wat zegt: ‘Hoe komen we nu weer terug?’
‘Hoe wij terugkomen, weet ik niet. Maar jij kunt nu die spreuk uitspreken’, antwoordt Fontor.
‘Ja, en jullie dan hier alleen achterlaten met die enge haai? Ik dacht het niet’, zegt Soendara verontwaardigd. ‘Ik blijf gewoon bij jullie. En trouwens, ik wil mijn kleren van de Groene wereld ophalen.’ Dan valt het gesprek weer stil. Twee uur later kunnen ze moeilijker ademhalen. Ze openen vlug hun ringen en nemen een beetje poeder.
Als de dekseltjes weer op de doosjes zitten, vraagt Soendara: ‘Waarom mengt het poeder zich niet met het water?’
‘Omdat het wonderpoeder is. Dat mengt zich niet met water’, legt Djada uit.
Fontor zucht: ‘Komen wij hier ooit nog levend uit? Waren we maar weer thuis.’
De haai heeft ondertussen zijn snuit in de ingang gestoken. Vlak nadat hij dat gedaan heeft, roept Djada ineens: ‘Ik houd het hier niet meer uit.’ En terwijl ze allerlei verwensingen naar de haai schreeuwt, zwemt ze naar de ingang en steekt haar dolk in de haai. Die maakt een woeste beweging. De kleine dolk is lang niet dodelijk genoeg. Maar de verwonding doet de haai zoveel pijn, dat hij met zijn kop heen en weer schudt, totdat hij het koraal raakt en de dolk blijft hangen. Als de dolk uit zijn reusachtige kop wordt gerukt, komt er een grote plas bloed uit de wond. Het drijft langzaam in de richting van het koraal waar de drie zich bevinden.
‘Wat nu? We moeten hier weg. In dat bloed zullen we stikken’, schreeuwt Fontor angstig.

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Er zijn nog geen reviews over dit boek