Naar de maan en terug
Jesse met opa op avontuur

In Naar de maan en terug gaat de achtjarige Jesse samen met zijn opa op avontuur. Ze gaan kamperen. Heel vroeg in de ochtend sluipen ze het huis uit. Natuurlijk laat opa een briefje achter voor oma. Maar als oma wakker wordt, schrikt ze. Waar zijn Jesse en opa gebleven? Oma belt de politie en de niet zo slimme agenten Kees en Piet starten een zoektocht. Zijn opa en zijn kleinzoon soms ontvoerd? Het is een groot raadsel. Terwijl Jesse en opa allerlei avonturen beleven, is het hele stadje in rep en roer. Iedereen gaat op zoek, oma voorop.

Berry La Fors (68 jaar) woont in Woerden. Vorig jaar verscheen haar eerste kinderboek Fiene zegt niks over haar kleindochter. Voor haar tweede boek heeft zij zich laten inspireren door de bijzondere band die haar kleinzoon Jesse met zijn opa heeft. De gesprekken tussen Jesse en opa zijn de pareltjes in het boek. Herkenbaar, grappig, maar vooral mooi en ontroerend en waargebeurd. De illustraties zijn van Jurg La Fors.

‘Opa, opa, wakker worden. Als je nu niet wakker wordt ga ik je kietelen, hoor.’
‘Jesse, niet doen’, kreunt opa, ‘laat me nog even lekker slapen.’
‘Het is al 10.00 uur opa. Kijk maar op je horloge.’
Heel voorzichtig doet opa zijn ogen open en ziet tot zijn grote schrik dat het echt 10.00 uur is.
‘Alle drommels en trommels, waarom heb je mij niet eerder wakker gemaakt? We hadden al uren op pad moeten zijn.’
‘Ik ben ook nog niet zo lang wakker opa. Het was zo leuk om naar je te kijken als je slaapt. Je doet hele rare dingen met je gezicht. Je mond gaat open en dicht, je pruttelt en je puft. Je lijkt net een vis en je liet ook nog een dikke scheet.’
‘Nou Jesse, zo kan het wel weer. En we zeggen geen scheet maar een windje. Die laat ik nooit.’
‘Opa, nu jok jij.’
‘Vooruit jongeman, aankleden en inpakken, tent afbreken en foetsie. Dat wordt flink doorlopen vandaag en dan vanavond weer heerlijk in ons eigen bed.’
‘Oma zal wel heel erg blij zijn ons weer te zien, denk je ook niet opa?’
‘Nou, de twee druktemakers komen er weer aan en morgen komt ook je moeder weer thuis. In de benen Jesse.’
‘We gaan nu 20 kilometer naar het oosten en dan zijn we precies waar we begonnen zijn’, zeggen opa en Jesse tegelijkertijd. Lachend gaan ze op weg.
‘Eerst maar even naar de bakker voor we verder gaan.’ Ze lopen terug het dorpje in.
‘Opa, opa, kijk eens, kijk daar eens.’
‘Doorlopen Jesse, we hebben vandaag geen tijd om te treuzelen.’
‘Maar opa, je moet kijken! Daar, een krant met een foto van ons. Kijk dan!’
‘Wat’, zegt opa, ‘een foto van ons?’ Opa loopt naar de krantenkiosk en leest: "OPA EN KLEINZOON ONTVOERD. GEEN LOSGELD GEEIST. GROTE ZOEKACTIE GESTART". En de foto. Ja, opa met Jesse.