Koude kermis
Geen schreeuwend licht, geen blinde herrie meer
het dode plein staat nu vol afgesloten zaken:
een paard onder dekzeil maalt z'n draairoes uit
de houten clown telt in de suikerspinnenkraam
z'n centen, afgeschminkte geraamtes dwalen
van het spookhuis naar de schiettent en
de loterij altijd prijs verbergt een orgie
voor de grote roze knuffelbeesten
Over de vloer van de botswagens dweilt nog even
een late zuipschuit die lalt naar de maan en pist,
dan kletst in een wagen de hand op een wang
is het stil
en komt langzaam de regen