Samenvatting
Ivy is een geboren verleidster. Een aantrekkelijke vrouw van tweeëndertig, gekweld door haar verlangen naar lust en erotiek. Geliefd en verguisd door haar omgeving. Op een avond ontmoet ze Cathia en ze stort zich in een nacht vol genadeloze vernedering. Het wordt een dramatische nacht, die haar confronteert met een trauma uit haar verleden. Een gebeurtenis, die ze angstvallig geheim heeft gehouden. Toch meent ze in Cathia haar bestemming te hebben gevonden. Maar dan ontdekt ze dat niet alles is wat het lijkt. Wat begon als een opwindend avontuur, eindigt in een nachtmerrie.
Over de auteur
Allison Hackley is geboren in Den Haag. Na haar opleiding tot docente Engels woonde ze in Engeland en Noorwegen. In 2007 werd haar gedichtenbundel Beestenbal gepubliceerd en in 2010 haar debuutroman De Spin. In 2013 stond ze in de top 20 van de Turing Gedichtenwedstrijd met haar gedicht Zo moe ben ik. Poemabeest onthult wat er werkelijk is gebeurd met Ivy, hoofdpersoon uit De Spin. Een waarheid die ze toen angstvallig voor de schrijfster had verzwegen.
Inkijk
Plotseling was er een scherpe pijn in haar nek, alsof een scheermesje langs haar huid werd gehaald. Ivy negeerde de pijn, totdat ze het niet langer kon verdragen en bracht beide handen naar achter, naar Cathia’s nagels die van geen wijken wilden weten. Ze keek op.
"Ik zal je verslinden, mijn allerliefste schoonheid", zei Cathia schor. "Met huid en haar." Ze boog zich naar voren. "Je bent een wilde, ontembare kat. Ik wist het, ik voelde het. Ik zag het bij de eerste blik van die donkere, gloeiende kijkers van je. Dacht je nou echt dat ik nog maar een uurtje geslapen heb? Dat er een minuut voorbij is gegaan waarin ik niet aan je heb gedacht?" Ze gaf Ivy een dwingende kus op haar mond, ruw en verkennend.
Toen ze haar losliet kleefde er bloed aan haar lippen. "Je bent zo sterk, zo stevig. Je gaat mijn stoutste fantasieën overtreffen. Verscheur me, eet me, laat niets van me heel, mijn allerliefste poemabeest. Kom..."
Cathia duwde Ivy achterover totdat haar hoofd de grond raakte en trok toen met een snelle beweging de riem uit de lussen van haar spijkerbroek. Ze liep achteruit. "Sta op", gebood ze en liet de riem door de lucht knallen.
Ivy kwam overeind en streek het haar uit haar ogen. Haar lippen smaakten naar ijzer.