De club van tien

Vijf meisjes en vijf jongens beleven spannende avonturen. Er zijn drie verschillende verhalen gebundeld in dit jeugdboek. De belevenissen roepen beelden op, die zich lenen tot allerlei illustraties of activiteiten in het kader van een jeugdclub. Elk verhaal speelt zich af in het heden, maar regelmatig worden sprongen in het verleden gemaakt waardoor een vriendschapsband ontstaat tussen de teenagers en figuren uit vroegere generaties.  Het laatste verhaal speelt zich af in Brussel, de hoofdstad van Europa. Met een stadsplannetje bij de hand kunnen de lezers zich letterlijk meeverplaatsen in het verhaal.  Spelenderwijs komen allerlei wetenswaardigheden aan bod.

Zelf amper vijftien, werd de schrijver in een jeugdbeweging leider van een afdeling van elf tot veertienjarigen. Meer dan vijftig jaar later publiceert hij zijn eerste jeugdboek dat doorspekt is van zijn herinneringen. Vooral de bijzondere band die er bestaat tussen de aanstormende adolescentie en de oudere generatie krijgt bijzondere aandacht in deze spannende verhalenreeks.

Arthur zegt dat hij dringend moet plassen en loopt het bos in. Vince kijkt met de verrekijker of de anderen nog niet afkomen. Plots wordt alles zwart voor zijn ogen. Als Arthur terug is ziet hij Vince niet meer. Eensklaps staat een gedaante voor hem volledig in het zwart gehuld in een soort kikvorspak. Hij ziet hoe een soortgelijke gedaante Vince heeft vastgegrepen en hem een hand voor de mond houdt. "Gelieve niet tegen te pruttelen, te zwijgen en mee te komen", zegt een van beide lugubere figuren. Ze nemen hen mee naar het plateau en plots gaat de vloer onder hen de dieperik in. Beneden stappen ze van het luik dat zich meteen weer sluit. Ze zien dat het een hydraulisch systeem is met twee enorme buizen die op en neer bewegen. Ze staan in een grote, hoge zaal waar de hummer staat, met ernaast drie ronde tuigen waarover hoezen liggen. Dan worden ze naar een deur geleid en moeten in een klein lokaal voor een bureau plaats nemen. "Hier wachten!", bevelen de mannen en verlaten het lokaal. Ze horen hoe de deur op slot wordt gedraaid.

De groep is intussen bij de ruïne gearriveerd. "Waar is de President?", schertst Jade. "Die grote bak kan hier toch nergens door?" Ze vinden het hoogst eigenaardig en spoeden zich naar de afgesproken plek. Het hele gebouw wordt doorzocht maar noch Vince noch Arthur zijn te bespeuren. "Ze hebben zich natuurlijk verstopt, wat flauw", zegt Ella. Ze staan nu samen in de wasplaats op de eerste verdieping. Eensklaps horen ze boven in de lucht een ronkend lawaai. Zij rennen allen naar een raam. Een vliegtuig dat hier zo laag vliegt, dat kan niet. "Kijk!", roept Roman. "Daarboven!" Boven het plateau zien ze een eigenaardig toestel met vier schroeven dat stil in de lucht hangt.