Samenvatting
Ja, ik wil! Uit het leven van een trouwambtenaar geeft een hele eerlijke inkijk in het leven en het werk van een trouwambtenaar. Het huwelijkspaar staat daarin uiteraard centraal. Door zich kwetsbaar op te stellen, zorgt Toon voor zeer waarheidsgetrouwe anekdotes. Het is dan ook net alsof je zelf bij het huwelijk van al deze huwelijksparen zit. Door zijn passie voor het werk, liefde voor het huwelijk en zijn opgewerkte toon is het boek ontwapenend en emotioneel. Een boek voor zowel de mensen die cynisch tegenover het huwelijk staan als ook voor de romantici.
Over de auteur
Toon Kuppen (1948) woont in Maarn, schrijft teksten, columns, gedichten en verhalen en is beeldend kunstenaar. Het voltrekken van huwelijken is zijn grote passie en loopt al vanaf zijn 23e, met uitzondering van een negenjarig verblijf in Nieuw-Zeeland, als een rode draad door zijn leven. Tijdens zijn loopbaan heeft hij heel veel leuke en ook zeer speciale ervaringen opgedaan. Hij vindt de tijd nu rijp, om “de kersen op de verschillende bruidstaarten” te delen met belangstellende lezers.
Inkijk
Jaren geleden kwam er een stel aan de balie om in ondertrouw te gaan. Al bij het binnenkomen ging er een schok door mij heen, want een groter contrast tussen mooi en lelijk was bijna niet mogelijk. Ik heb het nu over het uiterlijk van respectievelijk de bruid en de bruidegom. De man was een vadsig type met een gezicht waarvan ik dacht dat het duidelijk in de kreukels had gelegen en dat ogenschijnlijk provisorisch was opgelapt door dokter Bibber. De vrouw was een bloedmooie, donkere vrouw die mijn gedachte aan Naomi Campbell als mooiste donkere vrouw die ik ooit gezien had, als sneeuw voor de zon deed verbleken. Zij kwam als een beauty queen gracieus en heupwiegend achter de man binnenschrijden.
Hoewel het midden in de zomer was, kreeg ik in korte tijd verhoging, niet van salaris, maar van temperatuur. De man was tot over zijn flaporen verliefd op een vrouw die hem amper een blik waardig achtte. De man deed van alles om haar aandacht te krijgen en zij deed hetzelfde om dat te vermijden. De benodigde documenten had ik doorgenomen en die waren in orde. De vrouw sprak trouwens perfect Engels en de man deed zijn best om met handen en voeten te communiceren met zijn toekomstige vrouw. Op een gegeven moment vroeg de vrouw aan mij of zij gebruik mocht maken van het toilet. Ik wees haar waar het toilet was. Toen zij de deur uit liep en de man en ik alleen in de ondertrouwkamer waren, begon de man direct, op zijn eigen manier, een lofzang over de bruid. Hij vond haar prachtig en hoe was het toch mogelijk dat zij van hem hield en dat ze met hem ging trouwen.