Samenvatting
Enora, een jonge psychologe, krijgt een moeilijke case voorgeschoteld. Een ex-marinier met PTSS die net terug is van de oorlog in Syrië komt wekelijks over de vloer, maar weigert te praten. Een uur lang zit hij in de zetel, levenloos voor zich uit te staren. Wat heeft hij meegemaakt waardoor hij zich zo afsluit van de buitenwereld? Het is aan Enora om een manier te vinden om door die muur te breken, maar wat ze niet weet is dat haar hele wereld zal veranderen vanaf hun eerste ontmoeting. Laat je meeslepen in het epische liefdesverhaal van Enora en Aliskander.
Over de auteur
Houssnia El Azouzi, een gepassioneerde boekenwurm uit Mechelen, besloot op een dag om tijdens haar studies een verhaal neer te pennen. Ze werd geïnspireerd door haar paper en na een paar uur ontstond ‘Gebroken Ziel’. Al gauw ontdekte ze de verborgen schrijfster in haar en startte ze een Blog waar ze haar groeiend leespubliek bekoorde met haar schrijfsels.
Inkijk
In stilte staarde hij voor zich uit, terwijl Enora de tijd nam om hem te observeren. Het lichtje in zijn helderblauwe ogen was uitgedoofd. De levendigheid leek altijd te verdwijnen wanneer hij terugdacht aan zijn verleden. Ze herkende de gekwelde blik die hij droeg nadat ze hem een gevoelige vraag had gesteld. Het was dezelfde pijn die ze ervoer wanneer iemand haar vader ter sprake bracht. Ze kon er niet over praten. Ze wilde er niet over praten. Het maakte haar boos wanneer iemand over hem begon, alsof die persoon hem kende. Niemand had het recht om over hem te praten. Zij was zijn dochter en alleen zij kon die pijn voelen. De maanden na zijn dood was ze zo boos geweest op de wereld. Ze had het gevoel dat niemand haar begreep. Niemand wist hoe ondraaglijk de pijn was, dus moesten ze ook niet doen alsof ze haar leed begrepen. Het was nu pas, drie jaar later, dat ze weer wat kon ademhalen en niet meteen vijandig reageerde als dat gevoelige onderwerp aangesneden werd.
"Vertel me over je nachtmerries," zei Enora en ze probeerde oogcontact te maken met hem, maar hij ontweek haar blik. Hij stond op en liep naar het raam. Zijn ogen gleden over het uitzicht van de voorbijracende auto’s en de gehaaste voetgangers.
"Het is gek," zei hij zacht, "hoe de wereld gewoon verder gaat, terwijl ik stilsta in de tijd."
"Waarom denk je dat je stilstaat?" Hij stak zijn handen in zijn broekzakken en slaakte een zucht. Zijn brede postuur nam de helft van het raam in beslag en ze kon niets anders doen dan staren naar zijn brede en sterke schouders.
"Het lijkt alsof ik vast sta op een plek. Hoe hard ik me ook probeer te bewegen, het lukt me niet."