De wraak van Kaj

Eriks leven is enorm veranderd vanaf de dag dat zijn moeder vermist wordt. De politie gaat ervanuit dat ze gewoon is weggelopen en stopt na een paar weken met zoeken. Hij gaat zelf op onderzoek uit en vindt een heel oud boek. Als hij bij Lisa, wiens moeder pas op mysterieuze wijze is overleden hetzelfde boek vindt, ontdekt hij samen met haar beetje bij beetje de betekenis hiervan. Op zoek naar de waarheid komen ze erachter dat ze een gevaarlijke tegenstander hebben die al eeuwen zijn geheim bewaart. Daarbij is niemand zeker van zijn leven...

Mirthe Roest is een 15-jarige Mavoscholiere die met haar ouders en zus in het kleine dorpje Goudswaard woont. Ze begon met het opschrijven van een droom. Toen ze dat deed vond ze het leuk om er van alles bij te verzinnen en haar fantasie te gebruiken om er een echt verhaal van te maken. Dit boek is het resultaat waarop ze enorm trots is!

"Vader, moeder, kijk wat ik kan!" Hij wijst met zijn armen recht naar een beker die op tafel staat en hij doet zijn armen weer omhoog. Langzaam komt de beker los van de tafel. Vader kijkt naar zijn vrouw en samen staren ze vol afschuw naar Kaj.
"We hebben een monster in huis!" roept vader. Moeder begint te huilen. "Kijk nou wat je hebt gedaan", zegt vader, "Ik heb haar nog nooit zien huilen, maar jij hebt het voor elkaar gekregen Kaj! Ga mijn huis uit!" schreeuwt hij, "En kom nooit meer terug."
Kaj kijkt zijn vader aan, zegt hij dit nou echt? "Maar… vader?"
"Je hebt me toch gehoord, ga mijn huis uit!" Kaj kijkt zijn moeder aan, maar die huilt nog steeds en spreekt haar man ook niet tegen. Hij rent de kamer uit, pakt zijn jas en trekt de deur achter zich dicht.
Hij wandelt het dorp uit zonder nog een keer achterom te kijken. Hij wordt ingehaald door een paard en wagen en vraagt of hij achterop de kar mee mag rijden. De koetsier antwoordt: "Nee ik neem geen zwervers of landlopers mee!" Kaj maakt zich boos en hij steekt zijn hand uit naar de man. Op dat moment ziet Kaj de man voorover van de bok vallen en hij blijft doodstil op de grond liggen. Wat gebeurt hier? Is de man echt dood, omdat hij Kaj boos heeft gemaakt en Kaj zijn hand uitstak? Zou hij dat kunnen doen met zijn krachten? Kaj bukt en doet de jas open van de koetsier. Hij voelt in de hals van de man of hij een hartslag kan ontdekken maar nee, de man is dus echt dood! Kaj springt op de wagen, pakt de teugels, spoort de paarden aan en wil er vandoor gaan.
Maar dan ziet hij in de verte een groepje mensen aan komen lopen, met zijn vader voorop. "Daar is hij!" roept zijn vader.