In 1 keer uitgelezen, herinneringen komen terug
Dank bung voor het opschrijven van "mijn" herinneringen
Mijn ogen keken niet naar de beelden. Neen, mijn ogen bleven ‘stokstijf’ stil staan, leek het wel. Mijn hart bloedde. We wisten waar ze het voor deden. Eigenlijk deden we er allemaal aan mee. Eigenlijk zaten we ook in de trein. Eigenlijk waren we zowel actievoerders, als slachtoffers. De kamer waar we met zijn allen naar de tv zaten te kijken werd overheerst door een wat donkerbruine, grauw grijze kleur. Het licht buiten, was écht buiten. De gestalten van mijn vrienden voelde ik heel dichtbij. Gelijker tijd was er geen ‘ik’, en was er geen ‘zij’. Neen. Het was ‘wij’.
Als ik dit zo schrijf, anno tweeduizendzestien, weet ik niet meer wat we tegen elkaar gezegd hebben. Het doet er eigenlijk ook niet toe. De tranen doen er wel toe. Want die tranen zaten achter elk oogkas. Tranen die vanuit het hart van ons allen opborrelden. De tijd stond ‘dus’ stil. De geschiedenis van wat in de trein heeft plaatsgevonden raasde door mijn collectieve geheugen. Wat mijn vader voor hen heeft gedaan, wat onze vaders voor hen hebben gedaan. Hoe zij werden gestuurd door een geschiedenis waar zij niet voor hebben gekozen. Bovenal: hun pijn bij het (wederom)moeten ondergaan wat nu in de trein had plaatsgevonden. Ja, je kind werd aan diggelen geschoten.
Dood gaan we met zijn allen. Maar niet zo. Dit hadden we toch niet verdiend? Verlangen naar troost en om gezien te worden. Wie zou ons emotioneel kunnen begrijpen? De trein was ontzet. Maar we zaten nog in de trein. Mijn vrienden druppelden een voor een langzaam de kamer uit. We zochten onze vaders en moeders op. We wilden dicht bij hen zijn en blijven. Om te laten zien dat we kinderen waren van hen... Als je goed luistert hoor je ze huilen.