Ik heb dit boek in één ruk uitgelezen, zelden zo'n spannend, meeslepend boek in handen gehad!
Samenvatting
Wanneer Jessy op vakantie gaat naar Parijs ontmoet ze Maurice, de man van haar dromen. Haar geluk is echter van korte duur: ze wordt ontvoerd vanuit haar hotel. Haar ontvoerder, die het onmogelijke van haar eist, verandert haar leven in een ware hel. Jessy moet vechten voor haar leven.
Inspecteur Van Dalen volgt het spoor van moord en geweld. Hij beseft al snel dat de verdwijning van Jessy niet zo eenvoudig is als het in eerste instantie lijkt. Hij levert een verbeten strijd tegen de klok en ook Maurice geeft zijn Jessy niet zomaar op.
Inspecteur Van Dalen volgt het spoor van moord en geweld. Hij beseft al snel dat de verdwijning van Jessy niet zo eenvoudig is als het in eerste instantie lijkt. Hij levert een verbeten strijd tegen de klok en ook Maurice geeft zijn Jessy niet zomaar op.
Over de auteur
Christine Vel uit Den Haag heeft naast haar werk in de mondzorg altijd de wens gehad om een boek te schrijven. Deze wens ontstond toen haar dochter klein was en graag voorgelezen wilde worden. Verhalen verzinnen geeft haar veel plezier en gaat haar gemakkelijk af. Na het schrijven van vele korte verhalen heeft ze de stoute schoenen aangetrokken en een thriller geschreven. In Jessy neemt ze de lezer mee in de bizarre wereld van waanzin en volharding.
Productinformatie
- ISBN
- 9789402240047 / 978-94-022-4004-7
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 20-10-2017
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Thrillers
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 234
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
"Mijn heup doet zo’n zeer… ik… ik kan me niet bewegen… het is hier zo benauwd. Ik ben bang!"
"Je hoeft niet bang te zijn lieve schat, want ik ben bij je. We blijven bij elkaar tot het einde. Hier, ik hou je hand vast en laat je niet meer los, nooit meer."
Hij pakte haar ijskoude oude gerimpelde hand vast en kneep er zachtjes in ter verduidelijking van zijn woorden, ze kon op hem rekenen wist ze, zoals altijd. Ze begon zachtjes te huilen; ze hield zo veel van hem.
"Het duurt vast niet lang en dan is het gebeurd, we zullen in slaap vallen en boven wakker worden." Hij duwde weer met alle kracht die hij had tegen het deksel maar deze zat muurvast.
"Ik heb het zo koud."
"Als je iets omhoog kan komen, kan ik mijn arm om je heenslaan." Hij liet haar hand even los om zijn hand met moeite omhoog te wurmen en onder haar nek door te schuiven. Daarna trok hij haar stevig tegen zich aan. "Zo beter?" Met zijn andere hand pakte hij de hare weer terug.
"Ja... veel beter, waarom gebeurt dit?"
"Ik weet het niet, stil nu maar, denk aan ons mooie leven samen. Het was goed."
Hij wurmde zijn hand in zijn zak en vond zijn Zippo. Hij rookte altijd één sigaar bij de koffie, daarom had hij dat ding altijd bij zich. Met ijskoude vingers knipte hij het aan. De ijzige kou drong door tot zijn botten, dampwolkjes ontsnapten uit zijn mond. "Marie!" fluisterde hij in haar oor. Ze bewoog niet, geen damp uit haar mond meer. Niets. Verdrietig klikte hij zijn Zippo dicht en ging weer tegen haar aanliggen. Een traan rolde uit zijn oog. "Dag vrouw."
"Je hoeft niet bang te zijn lieve schat, want ik ben bij je. We blijven bij elkaar tot het einde. Hier, ik hou je hand vast en laat je niet meer los, nooit meer."
Hij pakte haar ijskoude oude gerimpelde hand vast en kneep er zachtjes in ter verduidelijking van zijn woorden, ze kon op hem rekenen wist ze, zoals altijd. Ze begon zachtjes te huilen; ze hield zo veel van hem.
"Het duurt vast niet lang en dan is het gebeurd, we zullen in slaap vallen en boven wakker worden." Hij duwde weer met alle kracht die hij had tegen het deksel maar deze zat muurvast.
"Ik heb het zo koud."
"Als je iets omhoog kan komen, kan ik mijn arm om je heenslaan." Hij liet haar hand even los om zijn hand met moeite omhoog te wurmen en onder haar nek door te schuiven. Daarna trok hij haar stevig tegen zich aan. "Zo beter?" Met zijn andere hand pakte hij de hare weer terug.
"Ja... veel beter, waarom gebeurt dit?"
"Ik weet het niet, stil nu maar, denk aan ons mooie leven samen. Het was goed."
Hij wurmde zijn hand in zijn zak en vond zijn Zippo. Hij rookte altijd één sigaar bij de koffie, daarom had hij dat ding altijd bij zich. Met ijskoude vingers knipte hij het aan. De ijzige kou drong door tot zijn botten, dampwolkjes ontsnapten uit zijn mond. "Marie!" fluisterde hij in haar oor. Ze bewoog niet, geen damp uit haar mond meer. Niets. Verdrietig klikte hij zijn Zippo dicht en ging weer tegen haar aanliggen. Een traan rolde uit zijn oog. "Dag vrouw."
Reviews (4)
Wat een spannend boek is dit. Past in het rijtje Saskia Noort, Heleen van Rooijen etc. En dat voor een éérste boek, petje af voor de schrijfster!
Super spannend boek!
Hoe loopt dit af? Je gaat niet meer op tijd slapen want dit boek MOET uit. Waanzin, smaakt naar meer!