Als baby’s geboren worden, zijn we blij en ontroerd. Ze verlaten de baarmoeder en wij omhelzen hen. Ze delen ons leven en wij mogen hen als kleine tochtgenootjes begeleiden. Wanneer ze ons na jaren van samenzijn verlaten, komen de tranen. We voelen ons alleen en verlaten. We noemen het ‘sterven’; bijna dezelfde letters als ‘vertrekken’. Is sterven de afrit naar het niets? Er zijn mensen die dit zo zien en ervaren. Anderen, waarschijnlijk de meerderheid, kunnen hier niet mee leven. Sterven is voor hen niet de afrit naar het niets, maar de oprit, de geboorte naar een volgend traject van ons onsterfelijke bestaan. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ons bewustzijn in bepaalde omstandigheden ook blijft functioneren tijdens een hersendood situatie. Men noemt dat een ‘Nabij de dood Ervaring’, (N.D.E.) Onzin? Wetenschappelijke dromerij? Dat wordt soms wel beweerd, maar daarmee is de onmogelijkheid ervan niet aangetoond. Er zijn overeenkomsten tussen de eigenschappen van ons bestaan in de baarmoeder en ons verblijf op deze Aarde. Het verblijf in de baarmoeder bepaalt of het kind gaaf en gezond wordt geboren. Op gelijke wijze is ons verblijf op Aarde bepalend voor het leven in het traject daarna. Vandaar dat we spreken van ‘Baarmoeder Aarde’ en ‘vierdaagse naar de Via Gladiola’. Onmogelijke opvatting?
Wetenschap en Openbaring zijn de kanalen, om het te onderzoeken. Wat let ons? In dit boek doen we een poging.