Samenvatting
In het Gelderse dorpje Afferden wordt in 2017 een koperen plaatje gevonden. Niet veel later ontdekt men muurresten onder het water van een dijkdoorbraak.
In 1905 krijgt de in zijn leven internationaal beroemde Afferdense kunstschilder Antoon van Welie een bijzondere en geheime opdracht van de paus. Wat heeft hij gemaakt, en waar zijn die kunstwerken? Wat is het verband met de vondsten onder het water van de Wiel? Na een speurtocht waarin herkenning, spanning, dialect en humor belangrijke elementen zijn volgt een bijzondere ontknoping.
Over de auteur
Ton van Hulst (1954) schreef eerder ‘De Queeste van Puiflijk’, een historiserende streekroman. De vele enthousiaste reacties daarop zetten hem aan tot het schrijven van ‘De Diepte van Afferden’, een boeiende roman die zich grotendeels afspeelt in het Land van Maas en Waal en waarin de lezer een speurneus wordt.
Inkijk
Op hun knieën zittend bij het slechte licht keken ze recht in het gezicht van een engel. Een bijna levende engel, betoverend mooi. De opwinding in hen beiden maakte plaats voor een onmiskenbaar sereen gevoel, een gevoel dat ze niet kenden, maar dat hen een soort roes bezorgde. Alsof ze hallucinerende middelen hadden geslikt.
"Wat móói, wat móói…" Tineke kon het alleen maar fluisteren.
"Van Welie, zou het een Van Welie zijn?", zei Johan, die kort na het oplichten van de beschermende deken al had gezien dat er geen signering op het olieverfschilderij stond.
"We vragen het aan Jan. Die zal het wel weten."
"Lieve schat, wat een vondst, ik ben er helemaal beduusd van… kijk dat gezicht toch eens… niet normáál, heb jij zoiets wel eens gezien?"
"Niet te begrijpen dat iemand zo’n verstilde, verheerlijkte uitdrukking kan schilderen", zei Tineke, "dan moet je zelf toch wel vol van een bijzondere inspiratie zitten."