Voorkant
Voorkant cover
Achterkant
Achterkant cover

De verrijzenis van Roselyntje

Auteur

Jan Hopman

Uitvoering
Paperback
Prijs
19 ,99
Verzending
Gratis verzending in Nederland en België
Levertijd
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)

Samenvatting

Van een onlangs ontdekte achttiende eeuwse misdaadroman ontbreekt de naam van de schrijver. De inhoud lijkt verzonnen. Maar als uit stadsarchieven blijkt dat de hoofdpersoon echt heeft bestaan, wordt het een ander verhaal. Waarom werd die nooit gearresteerd en veroordeeld? Voor het verbijsterend antwoord ging de auteur van dit boek terug naar de dagen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795). Toen een rasschurk met de bijnaam Roselyntje door de meest perfecte moord te plegen aan de galg ontsnapte.

Over de auteur

Journalist Jan Hopman (1943) werkte voor kranten, radio & tv en schreef eerder twee boeken over het Amsterdams verzet.

Productinformatie

ISBN
9789402244588 / 978-94-022-4458-8
Uitgeverij
Boekscout
Verschijning
13-04-2018
Taal
Nederlands


Uitvoering
Paperback
Pagina's
136
Formaat
A5
Illustraties
Nee

Inkijk

Omdat over het Amsterdamse IJ de galg op me wachtte, had ik de benen genomen naar een gehucht in Groningen dat Marsum heette. Daar voegde ik me bij de Duitse landwerkers die met zeis, hamer, spit en wetsteen ’s zomers met honderden de grens overstaken om hier de weilanden te helpen maaien. Ze werden ‘poepen’ genoemd wat een verbastering was van ‘buben’. Harde werkers waren het met leren petten op hun getaande koppen, die lange pijpen rookten en zich fluitend door de dag begaven. Daar ik hun vak niet beheerste en de keien in het hoge gras niet zag liggen, raakte de snede van de zeis stomp en versleten en maaide ik mijn rug krom. Het lukte mij niet om met mijn handen vol blaren de maaiboom lang vast te houden. Ik vervloekte de boeren die me nauwelijks te eten gaven, lieten slapen in het open veld en me onderbetaalden. Uiteindelijk werd ik geveld door een geheimzinnige ziekte, die op een broeierige julidag in 1764 een einde aan mijn leven maakte.
Geen sterveling in het wierdedorp liep uit voor de begrafenis, geen hond sloeg aan bij het klokgelui, ook de voortdurende wind liet het die middag afweten. Enkel de dominee van het middeleeuwse kerkje was gekomen om vers 1 uit Psalm 23 voor te lezen: ‘De God des heils wil mij ten herder wezen, ik heb geen gebrek, geen gevaar te vrezen.’ Omdat in mij twee tegenstrijdige karakters huisden van wie er een me naar het leven stond, was dat makkelijker gezegd dan gedaan. De een was reeds ten hemel gevaren, terwijl de ander zich in de kist schrap zette omdat hij naar de hel zou gaan. Toen mijn lijf werd neergelaten in de zeeklei, brak er boven Marsum een hevig onweer los.

Uw email wordt enkel gebruikt voor overleg over de betreffende review

Wordt getoond bij de review

Er zijn nog geen reviews over dit boek