Patholoog Ady Singh stond gebogen over het lijk dat op een van de onderzoekstafels lag. Wadhi en Ady Singh kenden elkaar al meer dan 15 jaar. Ady was een vrolijke Balinees met chinees bloed in de aderen. Met zijn 1.65 meter lang, een kleine verschijning maar wel een pezig man. De altijd vrolijke lach van Ady was echter vandaag ver te zoeken. Hij typte zijn bevindingen op de laptop naast de onderzoektafel toen Wadhi en Yanti binnenkwamen.
‘Hi, Ady, ben je al zover om ons wat resultaten te verstrekken?’
‘Ik ben aardig op weg commissaris maar wacht nog wel op de bloeduitslagen. ‘Kijk even met mij mee zou ik zo zeggen.’
Op de tafel lag het lichaam van een blanke man, 1.80 meter lang.
‘Dat hij zo blauw ziet komt door het water’ zei Ady. ‘Ik schat dat hij al een dag of drie dood is. Zoals je weet is hij aangespoeld op het strand van Kuta en gevonden door een paar spelende kinderen. Het lijf vertoont onder de nek geen spoor van geweld. Hij mist echter wel zijn rechter ringvinger die is afgesneden of afgeknipt. De andere wonden die je ziet zijn afkomstig van vissen en vogels. Dat het hier een misdrijf betreft mag duidelijk zijn Wadhi. Het hoofd ontbreekt immers en lijkt te zijn verwijderd met een machete. Het enige dat hij aan had, toen hij gevonden werd, was een jeans van Levis. Geen papieren of identiteitsbewijzen zijn in de broekzakken gevonden. Ik laat de broek nader onderzoeken op mogelijke sporen.’
‘Hoe oud denk je dat de man was?’ vroeg Wadhi.
‘Ik schat een jaar of 30.’
Yanti had inmiddels een bleek gezicht gekregen. Het zien van een lijk had zij altijd al moeilijk gevonden en deze, zonder hoofd, was naar om te zien. Wadhi keek haar aan.
‘Gaat het, Yanti?’