Op bergen en in dalen
De wonderlijke levensweg van een stil en verlegen meisje

‘Op bergen en in dalen’ is geschreven door Geke Hoolsema- Bolks. Het is haar vierde boek. Haar eerste boekjes staan vol korte verhalen. Dit boek is anders van opzet en inhoud. De titel is ontleend aan een oud lied: ‘Op bergen en in dalen, ja overal is God’. In dit boek staat het verhaal over Gekes leven. Haar levensreis. Een reis van plaats naar plaats en een reis vol pieken en dalen. Maar met een goede Gids: haar Vader in de hemel. Voor de cover heeft ze gekozen voor een afbeelding van een alpenweide met op de achtergrond berghellingen. De dennenbomen verwijzen naar de Emmer Dennen. Bloemen hebben altijd haar leven verrijkt. De prachtige lucht is voor haar de hemel waar God woont.

Geke (1958) woont met haar man in Nijkerk. Ze is moeder, oma, schrijfster en illustrator. De rode draad in haar leven is haar liefde voor God. Hij gaf haar een goed verstand, een blijmoedig hart, een grote liefde voor andere mensen, groot en klein, een lieve, trouwe, zorgzame man, vier prachtige kinderen, kleinkinderen en ook, na heel veel lange jaren een thuis. Een fijn huis in Nijkerk, op een prachtige plek. Misschien ken je Geke al, misschien wil je haar graag leren kennen...Lees haar boek en reis een stukje met haar mee.

Ondanks de lange reistijd naar school, de lange dagen die ik maakte had ik nog steeds tijd over. Een gedeelte van mijn huiswerk deed ik in de trein, dat scheelde thuis alweer!
Mijn havo-vriendin werkte op zaterdag bij een bakkerij bij ons in Emmen. Dat leek me ook wel wat! Mijn vader en moeder hadden eerst nog wel hun bedenkingen, maar uiteindelijk mocht het toch.
Elke zaterdagmiddag werkte ik dus bij de bakkerij. Mijn werk bestond uit schoonmaken. Vooral bakblikken schoonmaken, ik was er heel druk mee. Bij de buitendeur zat een koperen bel, en die moest ik poetsen met koperpoets. Dat vond ik leuk om te doen.
Ik dacht dan aan de verhalen van mijn oma. Oma Stoeten uit Enschede. Zij had voor haar trouwen bij een rijke textielfabrikant gewerkt, eerst als bellemeisje en later als keukenmeisje.
Ze vertelde daar graag over, en ik luisterde met veel belangstelling. Ze vertelde dan ook dat ze het geld dat ze verdiende moest afdragen aan haar vader en moeder. Pas toen ze verloofd was met mijn opa en trouwplannen had mocht ze haar verdiende geld zelf houden. Ze kon het gebruiken voor haar uitzet: pannen, servies, beddengoed.
Ik voelde me bij mijn poetswerk echt verbonden met mijn oma.
Ik mocht gelukkig het geld dat ik verdiende wel zelf houden! Ik spaarde het eerst op, en daarna ging ik er boeken voor kopen. Zelfs Engelse, Duitse en Franse leesboekjes die we op school moesten lezen. Ik ging ervoor naar van Dijks Boekhuis in Kampen, met de trein, want we hadden een jaarabonnement. Al die boekjes heb ik nog steeds.
Ook bij de bakker hadden we altijd even pauze. We mochten dan omgevallen en beschadigde taartjes opeten bij de thee, dat was erg lekker!
Ik mocht ook een keer op proef in de winkel helpen. Maar daar vonden ze me toch niet zo geschikt voor. Ik was zo bedeesd en had een veel te zachte stem. Dus bleef ik schoonmaken. En later ook bestellingen klaar maken.