Samenvatting
Dit boek is doorweven met de mystiek van vijf "Black Welsh" vrouwen, die haar oorsprong vond aan een strand in Wales. Twee Wereldoorlogen in de twintigste eeuw worden beschreven door de adellijke arts Lady Meghan Somerset, de laatste van de vijf generaties. Haar grote mensenliefde en haar kapitaal zet zij in voor het helpen van slachtoffers van mosterdgas in de Eerste- en de opvang van kinderen uit gebombardeerd Londen in de Tweede Wereldoorlog.
Over de auteur
Marion Vermeulen neemt u in dit boek mee naar het begin van de twintigste eeuw en de decennia erna, een tijd waarin de hoofdpersoon vertelt over haar leven en werken. Zoals eerder in haar boeken schetst Marion de tijdgeest van een periode die in het verleden ligt. Ook voor dit boek heeft ze veel research gedaan. De auteur woont in Roosendaal en voelt zich het gelukkigst wanneer zij een nieuw verhaal kan schrijven.
Productinformatie
- ISBN
- 9789402248210 / 978-94-022-4821-0
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 12-10-2018
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 182
- Formaat
- 12,5 x 20 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Mijn moeder werd gevonden op het strand. Het was pas eb en zeeschuim plakte aan haar benen. Ze lag op haar zij met haar hoofd op een arm, haar andere arm vooruit, tot bijna aan het gevlochten riet van een mand. Peter Fisher vond haar. Zijn boot werd die dag gerepareerd, maar een dag zonder de zee was een verloren dag voor de visser dus daarheen ging hij. Hij pakte mijn moeder bij de armen en trok haar over het warme zand verder het strand op. Haar lippen waren blauw, maar hij merkte dat ze ademde. Hij wreef over haar handen, trok zijn buis uit en legde die over haar borst en wiegde haar. Zo jong nog, maar ook zo mager. Hij dacht aan zijn struise Mathilda en zijn vijf kinderen, allemaal stevig en gezond. Wat te doen met dit meisje?
Zij bewoog in zijn armen. Haar ogen waren open en Peter keek in felblauw.
'Het kind, leeft het kind?’, fluisterde ze. Een hand wees naar de mand. In twee stappen was de visser bij de mand en zette die naast haar.
'Leeft ze?'
Peter zag een dekentje, tilde er een puntje van op en keek alweer in felblauw.
'Het leeft en lijkt op jou.' Het meisje knikte.
'Ze heet Bronwyn en ik ben Rhiannon.'
'Waar kom je vandaan? Hoe kwam je in zee terecht?'
Het meisje schudde haar hoofd.
'Ik weet het niet, ik herinner mij niets.'