De droom voorbij
Een crimineel dilemma

Als Sofie ontdekt dat haar ouders vroeger deel uit hebben gemaakt van de RAF, choqueert dit haar. Niet lang daarna maakt zij zélf deel uit van een georganiseerde bankoverval. Een rampzalig toeval bepaalt dat de buit als sneeuw voor de zon verdwijnt. Dit zorgt voor een ware obsessie en zoektocht naar het geld.

Kort daarna wordt Sofies streekgenote, Dafne Tosca totaal verrast met een grote som geld. Kan Dafne hiermee haar vurige wens en haar toekomst veilig stellen? Een maniakale jacht van de speurders drijft haar tot wanhoop. Kan ze weerstand bieden aan de politie, de cel en de machtsinvloed van de Maffia? Bezwijkt ze onder deze druk, of weet ze zich te hervinden en ontmoet ze uiteindelijk haar dromen?

Een van de verkoopsters liet haar weten, dat de heer Clement telefonisch in gesprek was en haar zo zou ontvangen.
Dafne was nerveus. Tientallen keren had ze zich afgevraagd of op dit “moment suprême” voor haar het oerbeeld van een hawaladar zou opdoemen uit de deuropening. Ze zag het helemaal voor zich. Een donker sinister kantoortje met een toonbank waar de boktor al jaren huisde en er voor zorgde dat deze balie elk moment kon imploderen. Daarachter half verscholen een oude kale man met een diepe boosaardige blik op haar gericht en die gretig naar haar tas met biljetten gluurde. Ze vertrouwde het niet.
Haar blik was gericht op de deur achter in de winkel die langzaam openging. Haar negatieve gedachten werden gelogenstraft.
Een man van middelbare leeftijd, goed gesoigneerd kwam naar voren en begroette Dafne met uitgestoken hand en stelde zich voor als Rolf Clement. Ze vond de ontspanning terug.
Hij vroeg direct of ze mee wilde lopen naar een andere ruimte. Blijkbaar gebeurde dit vaker, want beide verkoopsters keken van deze handelwijze niet eens op. Dafne nam plaats op de stoel en zei ‘ja, graag’, op de vraag van Rolf of ze koffie wilde. Terwijl deze zich even verwijderde om koffie te halen, dwaalden de gedachten van Dafne weer af.
Zij had in haar computer ontdekt dat Rolf naast zijn winkel tevens im- en exporteur van bruidsjurken in zijn inschrijving van de Kamer van Koophandel had opgenomen als economische activiteit. Nu begreep zij beter dat deze hawaladar zijn bruidswinkel mogelijk als dekmantel gebruikte om de zeer exclusieve en kostbare bruidsjurken in en te verkopen. Rolf in elk geval bleek recht te doen aan zijn beschreven werkzaamheden.