Anisa van De Nachtwacht
Opnieuw geschilderd door Rembrandt

Als Anisa op straat Rembrandt van Rijn tegenkomt, vraagt hij haar om als eerste De Nachtwacht te komen bekijken. Het schilderij is net af. Anisa vindt dat haar vader, die musketier is, er erg goed op staat. Maar over zichzelf is ze niet tevreden. Daarom besluit Rembrandt haar opnieuw te schilderen.

Intussen gebeuren er spannende dingen bij Anisa thuis. Ze probeert erachter te komen van wie haar vader een dreigbrief heeft gekregen. En wie heeft er ingebroken in hun huis? Gelukkig krijgt ze hulp van haar vrienden. In vijftien dagen maakt Anisa veel mee. Laat je door haar meevoeren naar Amsterdam in 1642.

Geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar

Als we even naar de schilderijen hebben staan kijken, zegt meneer Rembrandt: “Kom maar mee naar beneden. Het schilderij van de schutterij staat in de galerij in de binnentuin. Het is te groot voor in mijn atelier.”
We gaan de trap af en komen in de keuken. Het ruikt heerlijk naar vlees en koekjes. Geertje, het dienstmeisje, begroet ons vrolijk: "Hallo Anisa! Wat leuk dat je met meneer Van Rijn meegekomen bent! Wil je misschien een koek proeven? Ze zijn nog warm."
"Nou graag, lekker. Ik ben meegekomen om het schilderij te bekijken", antwoord ik.
Geertje houdt een schaal met honingkoeken voor mijn neus.
“Ik ben zo blij met het oventje”, zegt ze. Ik kijk naar de keuken. Ik zie een metalen deurtje naast het vuur.
"Mmm, wat ruiken de koeken lekker!"
Ik kijk vragend naar meneer Rembrandt: “Mag ik een hele?”
Ik pak er één. Meneer Rembrandt knikt en pakt er zelf ook één.
"Er wordt over u gezegd dat u gierig bent, maar dat valt best mee", grinnik ik naar hem.
Meneer Rembrandt kijkt mij lachend aan: "Ik weet dat dat over mij gezegd wordt, sinds ik op straat een nepdubbeltje probeerde op te rapen."
"De koek smaakt heerlijk! Bedankt, Geertje", zegt meneer Rembrandt.
Zij glundert met rode wangen.
Ik zie dat in het bed in de keuken een jong kind ligt te slapen. Het is Titus. Zo te zien wordt hij wakker door ons gepraat. Hij beweegt en veegt in zijn oogjes. Hij maakt kreungeluidjes.
Meneer Rembrandt en ik gaan door de keukendeur naar de binnentuin. Het grootste gedeelte is bestraat, maar er is ook een perkje bij de muur met mooie bloemen. Vlakbij de deur is een waterput. Er staat ook een bankje. We lopen verder naar achteren. Ik ben erg nieuwsgierig naar het schilderij.