Donor Maffia

In 1994 staat Journalist Tom Daalmans leven finaal op zijn kop. Na een scheiding van zijn vrouw Anne besluit hij tot rust te komen in een vakantie in het hem liefelijk ogende Denemarken. Alle goede bedoelingen ten spijt, al snel raakt hij daar betrokken in zeer merkwaardige amoureuze en bizarre horreur situaties. Cupido schiet voor hem raak. Hoe gevaarlijk is dat. Hij ontmoet de “heerlijke Ilse” evenals de flamboyante kapitein Rob alias Felix Hansen.
Voor dat hij het in de gaten heeft wordt hij meegezogen in het netwerk van de donor maffia die regeert. Er volgt een spannend meeslepend relaas van de eerste tot de laatste bladzijde. Een ademloos avontuur voor alle betrokkenen waarin list en bedrog regeert wat een spannend plot creëert met een niet verwacht slot.

Een boek dat U niet weglegt maar
in één adem gaat uitlezen.

Hier wordt duidelijk hoe de maffia onderwereld infiltreert in de bovenwereld van plaatsbekleders van hoge en lage functies. Miljonairs, officieren van justitie, advocaten en politiecommissarissen. De maffia weet zich goed te verrijken door de drijfveer van hebzucht naar geld en macht. Miljoenen dollars gaan er om in dit netwerk ten kosten van slachtoffers.

Auteur Walter Schneiders schrijft van uit zijn gevoel en heeft ook in dit verhaal niets gepland. Hij rolt van het ene avontuur in het andere en verzeilt bij toeval in de donor maffiawereld in de persoon van Tom Daalman.

Tom wordt wakker en hoort wat geschuifel in de kamer. Ilse drukt een kus op zijn mond en nog een, en nog een. ‘Bedankt Tom, ik ben weg, ik bel je nog wel, het ga je goed.’ Zo verdwijnt de schone slaapster, op weg naar haar werk en wie weet wat nog meer.
Tom is verrast en vooral verbaasd over deze snelle verdwijntruc. Liefde komt te voet en gaat te paard, denkt hij en dat na zo’n heerlijke avond en nacht. Wat had hij genoten van deze heerlijke vrouw in zijn bed.

Hij heeft over de hele kwestie van de jongeman en de ambulance, het besef dat er een eigenaardige mist hangt boven Faaborg en Svanninge Bakker en langzaamaan komt hij ook tot het besef dat hij een mogelijk mysterie moet oplossen. Hij neemt een douche, ontbijt en gaat naar de ambulancedienst om het mysterie van de verdwenen ziekenwagen voor te leggen.
Hij wordt hier hartelijk ontvangen, aan de dame van de receptie legt hij uit dat hij het hoofd van dienst wil spreken over tarieven en dergelijke. Een rijzige statige man komt daarna naar Tom in de ontvangsthal.
‘Goedemorgen, mijnheer?’
‘Daalman, Tom Daalman uit Nederland.’
‘Aha, Jansen is de naam, u komt uit Nederland en wat loont de moeite om naar de ambulancedienst in Faaborg te komen?’
‘Tja, het is een merkwaardig verhaal dat u misschien zo kan oplossen, mogelijk is het wel niet vreemd, maar gisteren vond ik het vreemd en nu nog steeds eigenlijk.’ Tom vertelt wat er gisteren is gepasseerd en vraagt wat hij hier nu van moet denken. Het gezicht van Jansen betrekt en hij wrijft er eens meewarig overheen. ‘Wel, dat is een heel merkwaardig gebeuren waar ik absoluut geen raad mee weet. Een ogenblik, dan haal ik de chef van dienst logistiek erbij.’