Bob
Een mysterieuze man, een ontploffing en de zoektocht naar zichzelf

De hoofdrolspeler in dit verhaal is een man die zichzelf Bob noemt. Hij heeft geen enkel idee wie hij is en waarom hij een vlek bloed op zijn shirt heeft. Hij arriveert bij een casino en gaat daar werken als een allround invalkracht, op de afdelingen Onderhoud en Schoonmaak. Daar probeert hij te achterhalen wie hij is. Intussen ontmoet hij Jackie, de dochter van de casino eigenaar, James. Zij worden verliefd op elkaar, maar hij vertelt haar niets over zijn vergeetachtigheid.
Er heeft een explosie plaatsgevonden niet ver van het casino vandaan. De rechercheurs Mike en partner Charlie gaan op onderzoek uit. Hoe komt het dat ‘Bob’ zich, voor zijn aankomst bij het casino, niets meer kan herinneren? Zou hij iets te maken hebben met deze explosie?

Mirjam Bakker debuteert met haar eerste boek. Op een zonnige dag in de vakantie, heeft ze een notitieboek en pen ter hand genomen en is gaan schrijven. De woorden vlogen uit de pen op het papier. Vanaf jongs af aan heeft Mirjam zich bezig gehouden met schrijven. Het is er echter niet eerder van gekomen om een boek uit te geven. Ze heeft gewerkt op administratiekantoren en interesse in programma’s waarin crime centraal staat. Daar is de verbeelding voor het schrijven ontstaan.

Samen met collega Jake vervangt hij peertjes in de hotelkamers. Samen wandelen ze door een gang, stappen ieder een kamer in en verwisselen een lampje.
In kamer 423 staat Bob op een trap. Hij krijgt onverwachts een elektrische schok. Het elektra was niet afgesloten. Foutje van hem. Door de schok valt hij van de trap. Hij komt hard neer. Zijn hoofd stoot tegen de grond. Door die klap komt er een korte flashback. Hij was al eerder op zijn hoofd gevallen. Hij hoort een explosie en ziet zichzelf vallen.
“Bob? Gaat het?” vraagt Jake, die de val hoorde en naar binnen rent.
Hij helpt Bob overeind.
“Gaat-ie goed?”
Bob is in de war van het beeld dat hij net voor zich zag. Maar het gaat goed. Hij heeft geen bloed of schrammen. Hij mankeert verder niets.
“Ja…” zegt hij. Hij gaat langzaam rechtop staan, wankelt wat.
“Ga even rustig zitten, man, kan je bijkomen.”
Jake geeft hem een glas water.
Hij ziet wat bleekjes. Hij moet het allemaal even verwerken. Wat was dat nou? Er was een knal. Waarom liep hij daar? Hij is in de war.
“Het gaat alweer. Dank je, Jake,” speelt hij naar Jake toe, maar hij is van slag. Het beeld krijgt hij niet meer uit zijn hoofd. Hij lacht vriendelijk. Jake geeft een schouderklopje en loopt weg. Bob staat op, sluit eerst de elektra af, klimt dan weer de trap op en vervangt een peertje.

Het einde van de werkdag is aangebroken. Iedere monteur klokt uit en gaat naar huis. In een kleedruimte met kluisjes, druipen medewerkers langzaam af. Bob blijft alleen achter in de ruimte en kijkt in zijn kluisje. Daar liggen zijn gewassen kleren in. Hij raakt ze aan en voelt aan de stof. Hij is in de war. Het kluisdeurtje doet hij dicht en hij begeeft zich naar zijn hotelkamer.