Samenvatting
Over de auteur
R.E. Waanders (1985) woont in Zwolle en schrijft korte verhalen en romans. Hij is werkzaam als docent geschiedenis. Hij laat in zijn schrijven naar voren komen hoe gecompliceerd, prachtig en treurig een ogenschijnlijk normaal leven kan zijn. Wenen, het einde van mijn wereld is zijn tweede roman. Eerder verscheen van hem Tafel voor 1.
Productinformatie
- ISBN
- 9789463896382 / 978-94-638-9638-2
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 16-10-2019
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 170
- Formaat
- A5
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Er was even een stilte en ik vroeg me af waarom. Ze keken mij aan. Mijn schoonmoeder met haar geblondeerde opgestoken haar en de roze lippen. Mijn schoonvader met zijn bolle rode hoofd en belachelijke snor. Mijn vrouw, de onnozele schoonheid.
Ik was er tamelijk zeker van dat er iets aan mij gevraagd was, maar ik had geen idee wat: “Sorry, ik zat even niet op te letten.”
Schoonvader barstte in lachen uit en sloeg mij nog eens op de schouder. Mijn handen jeukten en het voelde alsof ik de jeuk alleen kon laten verdwijnen door ze in mijn schoonvaders gezicht te rammen. Ik weerstond de aandrang om deze man te verwonden. Mijn vrouw en schoonmoeder keken elkaar glimlachend en nee-schuddend aan. “Wat een mallerd!”, leken ze tegenover elkaar te bevestigen.
Ik voelde mezelf snel opstaan en prevelde: “Ik ga even naar het toilet hoor”, en ik liep weg zonder een reactie af te wachten. Onderweg naar de wc hoorde ik het nasale gebrom wat door moest gaan voor de stem van mijn schoonvader, gevolgd door het overdreven geschater van zijn vrouwelijk publiek.
Ik opende de wc-deur en deed deze snel op slot. De stilte en koelte hier waren aangenaam. Mijn wang duwde ik tegen de wandtegeltjes. Het voelde koud.
Ik draaide me om en keek in de spiegel. Nu was ik degene die nee schudde. Ik zei het volgende tegen de jongeman die ik aankeek: “Is dit het nu?”
Ik haatte hem, die jongen in de spiegel. Ik had medelijden met hem. Ik hield van hem. Ik miste hem. Soms praatte ik tegen hem. Tegen wie moest ik anders praten?