Samenvatting
Wat een toestand allemaal! Moet je horen! Eerst mijn moeder in coma, toen moest ik naar een nieuwe school met pesters. En je gelooft nooit wat er daarna gebeurde! Mijn Ninja-pop kwam tot leven en nam mij (en helaas ook mijn broertje) mee naar onze Grootvader in Japan. Die vertelde ons dat we Ninja zijn! En dat het onze taak is om zes stukken van een schatkaart terug te vinden. Die leidt namelijk naar het belangrijkste Ninja-geheim van onze familie. Maar we moeten opschieten! Want als een valse kunsthandelaar de kaart het eerste vindt, zijn de rampen niet te overzien...
Over de auteur
"Vier jaar woonde ik in Japan. Hier leerde ik Japans en – nog veel belangrijker - over de geheimen van de Ninja. Alle beschrijvingen van gebouwen, documenten en geheime rituelen in dit boek zijn dan ook waarheidsgetrouw. Sinds ik terug ben bestudeer ik dagelijks de Ninja-kunsten met mijn zonen. Wanneer ik niet werk aan mijn Ninja-moves, schrijf ik verhalen. Dit is mijn eerste kinderboek. Welkom in de geheimzinnige wereld van de Ninja!"
Inkijk
Ik hoorde een vreemd geluid. Eigenlijk wilde ik Tomo tegen me aandrukken, maar die kon ik nergens vinden. Daarom hield ik mijn zaklamp tegen me aangedrukt. Niet dat die nog werkte, de batterijen waren op, maar gewoon voor het geval dat. Ik kon er vast mee slaan! Ik kwam een beetje overeind en gluurde over de rand van mijn hoogslaper. Bij mijn raam zag ik het gordijn dansen met de wind. Gerustgesteld glimlachte ik. Papa was natuurlijk weer eens vergeten mijn raam dicht te doen. Ik klom uit bed om het raam dicht te schuiven, maar opeens zag ik vanuit mijn ooghoeken iets BEWEGEN! Bliksemsnel draaide ik me om. En daar, recht tegenover me, stond een NINJA! Een echte Ninja!! Ik wilde GILLEN, maar er kwam geen geluid. De Ninja sprak wel. “Niet zo schrikken,” zei hij met een jongensstem. “Ik ben het, Tomo.” Tomo?? Ik bekeek hem eens goed. Ja, hij leek inderdaad wel op Tomo. Net als mijn pop had hij ook een litteken door zijn linker wenkbrauw en hij had dezelfde glimmende ogen. Maar dat was toch onmogelijk? Hij was nu een jongen, net zo groot als ik. Met open mond kneep ik mezelf een paar keer. Gewoon, om te checken of ik echt wakker was. En het knijpen deed pijn! Goed. Ik was dus wakker. Ik stond op het punt om toch te gillen, maar Tomo legde zijn vinger voor zijn lippen. “Ssst,” fluisterde hij. “Niet gillen. Ik ben hier om je te helpen. Ik had al veel eerder moeten beginnen, maar het duurde zo lang om jouw taal te leren!” Even keek hij me streng aan en zei: “Ook omdat ik zo’n tijd in dat stof onder je bed lag, natuurlijk. Daar hoorde ik helemaal niks!” En hij veegde demonstratief een onzichtbaar stofje van zijn mouw. “Maar hoe kan het…” begon ik. Tomo stak zijn hand op en keek door het dansende gordijn naar de volle maan. “Je antwoorden krijg je later,” zei hij. “We moeten nu opschieten. Het is tijd. De hoogste tijd.” “De hoogste tijd voor wat?” vroeg ik. “Voor jouw Ninja training,” zei hij, en ik proestte het uit van het lachen.