De Tsaar van Lombardijen
en andere Rotterdamse amateurvoetbalverhalen
- Auteur
-
Jona Baan
- Uitvoering
- Paperback
- Genre
- Sport en Spel
- Reviews
- 5,0 / 5 (3 reviews )
- Prijs
- € 20 ,99
- Verzending
- Gratis verzending in Nederland en België
- Levertijd
-
Twee tot vijf werkdagen vanaf publicatie
(Nederland en België)
Samenvatting
Over de auteur
Productinformatie
- ISBN
- 9789402243130 / 978-94-022-4313-0
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 02-03-2018
- Taal
- Nederlands
- Genre
- Sport en Spel
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 166
- Formaat
- 12,5 x 20 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Daar komt John Hofman aangelopen. Hij draagt een blauwe overall met vlekken en een zwarte muts staat scheef op zijn hoofd. Meestal is Johnnie met de auto, maar sinds zijn rijbewijs voor de vierde keer is ingenomen mag hij geen meter meer rijden. "Wat je niet hebt kan je ook niet innemen," legt Johnnie Hofman uit aan de agent die hem staande houdt. Deze kan er niet om lachen en sindsdien komt Johnnie lopend naar de club en wordt hij door de rest van de selectie ‘Johnnie Walker’ genoemd. Johnnie en auto’s zijn sowieso geen goede combinatie. De eerste keer dat hij werd aangehouden en werd vastgezet vanwege een te hoog alcoholpercentage moest hij een paar uur in een cel blijven. Toen hij na een poosje weer werd vrijgelaten, stapte hij vlak voor het politiebureau doodleuk weer in zijn auto. De verbouwereerde agenten konden hem door het raam zien instappen en wegrijden. Enkele minuten later werd Johnnie voor de tweede keer die avond aangehouden door dezelfde hoofdschuddende agenten.
De eerste woorden die Johnnie Hofman altijd spreekt als hij op maandag, woensdag en zaterdag de kantine binnen komt vallen zijn standaard: "Goeie ’s avonds." Ook als de klok net voor het middaguur heeft geslagen zegt Johnnie altijd: "Goeie ’s avonds." Wellicht dat dit te maken heeft met de wisselende tijdstippen waarop Johnnie Hofman doorgaans zijn bed opzoekt. Het lijkt alsof het voor hem nooit duidelijk is of het nu ochtend of avond is en de vrolijkheid waarmee hij over het algemeen de kantine binnenstapt, doet vermoeden dat hem dat ook niet zoveel uitmaakt. "Goeie ’s avonds" wordt meestal opgevolgd door een welgemeend: "Hé man." Deze zinnen vormen eigenlijk het verhaal over Johnnie Hofman in een notendop. Johnnie Hofman, bij de harde kern bekend als ‘Hoffie’, is een man van ‘goeie ’s avonds’ en ‘hé man’. Geen gelul, gewoon die bal naar voren trappen, weet je niet, ja toch, niet dan? Zo’n figuur is hij. Een beer van een gozer. Hij is werkelijk van het formaat van een flinke boekenkast. Johnnie is een reus die, als hij je een hand geeft, je blij bent dat je je eigen hand weer heel terugkrijgt. Hij past eigenlijk nergens normaal door een deur en ik ken niemand anders die zo’n grote mond heeft dat hij twee Mars repen in één keer in zijn mond kan doen, kan kauwen en kan slikken zonder te verblikken of te verblozen.