De donjon van Daim
Quintalogia II
- Auteur
-
Frans Schaars
- Uitvoering
- Paperback
- Prijs
- € 21 ,50
- Verzending
- Gratis verzending in Nederland en België
- Levertijd
-
Twee tot vijf werkdagen
(Nederland en België) (Past door brievenbus)
Samenvatting
Als Farras met Geurtsen veilig op de donjon van Daim aankomt, leert hij omgaan met een zeilplank. Samen weten zij in de Oltrienmoerassen twee spionnen te onderscheppen. Op zijn vlucht voor de boekaniers treft Farras de elfenvorst Gemini en diens broer Ralphin. De elfen vertrekken definitief uit de Hulzenhoogte. Op de donjon weten zeven burchtbewoners een boekanieroverval af te slaan. Op een verkenningstocht ontmoet Farras nog een keer Ralphin, maar als ook de laatste elf uit de Vlakte van Daim is verdwenen, kunnen de verkenners Bertram en Farras de oprukkende hordes ratten nauwelijks van zich af houden.
Over de auteur
Frans A.M. Schaars (1953) schrijft sinds zijn prepensioen zijn eigen verhalen. Na het verschijnen van Diems Water (januari 2017) is hij begonnen met Quintalogia: vijf boeken over de belevenissen van de jonge wees Farras. In het eerste deel Het Herenhuis (2017) ontkwam Farras ternauwernood aan de tiran Filouratacz. Dit tweede deel De Donjon van Daim gaat over de mooie rozige jaren van Farras op de burcht van Geurtsen aan de oevers van de Assertenna.
Productinformatie
- ISBN
- 9789402244854 / 978-94-022-4485-4
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 26-04-2018
- Taal
- Nederlands
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 200
- Formaat
- 16 x 24 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Hoog en ontzagwekkend groot stonden daar de pilaren die het saffieren dak droegen. Dreigende kolossen leken ze, toen Farras voorzichtig tussen de spleetjes van zijn handen keek. Hij kreeg een last op zijn schouders en werd bevangen door vrees. "Nee, niet doen, nee", prevelde hij, want hij meende dat vreemde krachten hem tot zijn fijnste weefsels uiteen zouden rafelen. Pas op dat moment hoorde Farras het ruisen van bladeren.
Zijn knieën knikten, maar intussen waren zijn ogen wat meer aan het felle licht gewend en kon hij de vingers voor zijn ogen wat meer spreiden. Opnieuw ging er een onrustige ruis door het gebladerte. Het was net of hij vergramde stemmen hoorde. De laatste boselfen waren uit hun eeuwenoude slaap gewekt. Vertoornd zochten ze naar de brutale verstoorder van hun lange rust.
Farras viel half tegen de grond. Zijn lichaam leek verlamd. Hoe hij zich ook inspande, zijn spieren gehoorzaamden niet. Hij voelde een vijandelijke haat op zich afkomen en instinctief verzette hij zich. Hij dacht aan een nachtmerrie van jaren geleden, toen een reuzenvrouw wilde dat hij haar spel meespeelde.
"Nee, ik wil niet", protesteerde hij. Evenals toen tijdens zijn droom in het ziekbed meende hij dat de aarde openscheurde en dreigde hij in de muil van een alles verslindend gedrocht te vallen.
"Nee!" riep hij. Maar de aarde leek sterker, alsof Farras een koord om zijn nek had, waarmee hij de grond in werd getrokken. Hij sloot zijn ogen en trachtte zijn gedachten te ordenen. ‘Geen paniek! Dat heeft geen zin!’ Maar desondanks riep hij: "Ik wil niet neer! Ik wil niet! Ik wil niet tegen de grond! Licht!"
Vervolgens hief hij zijn hoofd op. Dat laatste woord vulde zijn hele denken en terwijl hij zijn gezicht met gesloten ogen naar de zon wendde en bijna ogenblikkelijk haar krachtige glans op zijn wangen voelde, strekte hij zijn armen, drukte zijn knuisten tegen de grond en kwam hij overeind. De tegenstand leek minder te worden, maar hij was nu op alles bedacht. Uiteindelijk kon hij rechtop staan en hij merkte dat de last op zijn schouders was verdwenen.
Reviews
Er zijn nog geen reviews over dit boek
Ook van deze auteur
Diems Water Fantasiekroniek over Didam
Frans Schaars
In deze kroniek trekt een heel scala van personages aan de lezer voorbij, een optocht die over meer dan honderd jaar is uitgestrekt. De romanfiguren zijn verzonnen, de gebeurtenissen in hun geboortedorp zijn dat niet: de vreemde grafsteen in de Mariakerk, de aankoop van grond van de heer ven Bergh, of het gedwongen graven van het baggergat tijdens de oorlog en de perikelen rond het Mariakapelletje. Sprongen door meer dan honderd jaar schetsen verschillende tijdgeesten en boeiende achtergronden tekenen de bewoners van Didam die met hun daden, woorden en gedachten de lezer blijven prikkelen.