Dhr. Anemaet
Docent Nederlands en retorica
‘Waag hem niet aan te raken’, bromde ik. En de soldaten grinnikten. Ze grepen Hermulan beet en ik stormde naar voren en vloerde een van de soldaten op de grond. Andere soldaten grepen me beet. Ik worstelde, maar ze waren te sterk en met te veel. Ze pakten mijn wapens af en duwden mij op mijn knieën en Hermulan werd naast mij op de knieën geduwd.
‘Mogen we haar vermoorden?’, vroeg een van de soldaten grijnzend.
Ik hoorde een kreet en Blair viel woedend de man aan die dat zei. Haar gezichtsdrukking was vol woede en haat. Bijna moordlustig.
‘Je blijft van haar af, vieze … !’
Blairs schreeuw veranderde in een gil en ze viel peinzend op de grond toen een andere soldaat haar in haar been schoot.
‘Nee!’, schreeuwde ik en ik worstelde overeind. Ik kroop naar Blair toe en ze bleef kreunend en peinzend op de grond liggen. Het bloed stroomde uit haar been.
‘Blair … Blijf bij me. Het komt goed.’
De andere krijgers zagen wat er gebeurden en ze zagen dat het kansloos was.
We zaten in een nare positie en zij hadden het voordeel van de verrassing. Onze wapens werden aan de zijkant gegooid, maar ze wisten niet dat we wapens in onze laarzen hadden. Hermulan had ons gewaarschuwd voor dit soort momenten en had ons bevolen om wapens bij ons te dragen. Op allemaal verschillende plekken.
We werden naar de open plek geduwd en de soldaten omsingelden ons. De Troikanen werden vastgenomen en bij elkaar gepropt. Gescheiden van ons. Ik keek naar Blair en zag dat ze zich groothield, maar dat de situatie erg was. En op dit moment voelde ik me weer zwak. Ik had ze niet tegen kunnen houden. Maandenlang had ik getraind voor dit. Om de soldaten van Arthur tegen te houden en de stam te beschermen van de Gemarkeerden, maar ik had gefaald. Het was allemaal voor niets …