Samenvatting
In Dagelijkse Dingen vindt de lezer een verzameling korte verhalen over de kleine dingen die iedereen waarneemt. Dat kan zijn bij een voetbalwedstrijd van je favoriete club, tijdens een kleine wandeling of om je heen kijkend als je op een terras zit. Het zijn verhalen die gekenmerkt worden door een beginnende waarneming, een gedachtegang in het middenstuk en vaak eindigend met een komisch slotakkoord. Een bundel met herkenbare situaties die de lezer tussen de dagelijkse bezigheden door kan lezen. Korte verhalen waardoor je niet meer hoeft te bedenken "waar was ik ook alweer" en "waar ging het ook alweer over" en die je zeker een glimlach zullen bezorgen.
Over de auteur
"Ik ben geboren in Rotterdam en al enige tijd werkzaam voor Coca-Cola. Het schrijven van korte verhalen is nog niet zo lang geleden ontstaan. Het idee is begonnen op 16 mei 2010 tijdens, de bloedstollende wedstrijd Sparta-Excelsior. Ik moest en zou deze wedstrijd, waardoor Excelsior promoveerde naar de eredivisie, op papier zetten. Van het een komt het ander en ben ik ermee door gegaan. Ik sta nu voor iets heel moois: de uitgave van mijn eigen boek. Ik hoop dat u er als lezer net zoveel plezier aan zult beleven als ik had tijdens het schrijven."
Inkijk
Na een dag werken kwam ik thuis en werd ik verwelkomd door de hond Dexter.
Het was iets na zessen. Vanwege dit tijdstip vroeg ik aan zoon Melief of hij Dexter al had uitgelaten. Zoon Melief keek me met een puberende blik aan en vroeg: "Waarom zou ik dat niet gedaan hebben?" Ik legde dat dus uit als een ‘ja’ en dacht: dat is dus een meevaller. Dexter begon echter in de loop der uren signalen af te geven dat hij het toch nog zou waarderen als er een rondje met hem gelopen zou worden. Het me zielig aankijken en bij de deur liggen werden dus beloond.
(...)
Dexter doet even verderop zijn ding en is er trots op. Ik besluit het rondje daarom dan ook wat in te korten. Waar we normaal om het grasveld heenlopen, lopen we nu over dit grasveld. Over het gras lopend, loop ik een moeder met haar kind tegemoet. De moeder gooit haar kind omhoog en tijdens het vangen geeft ze haar kind een zoen. Beiden lachen. Al lopend wordt het nog een keer herhaald. Ik sta er even naar te kijken en ik hoop dat ze me niet opmerken, omdat ik dit moment voor hen niet wil verstoren. Het kindje ziet me echter, lacht en zwaait naar me. Ik denk: jammer, en lach en doe mijn arm omhoog om terug te zwaaien. De moeder kijkt me even aan en beiden lachen, vervolgens loopt ze door en gooit ze haar kind weer omhoog en geeft hem weer een zoen tijdens het opvangen. Ik kijk er naar en denk: dit is mooi, moederliefde, zomaar ergens op een grasveldje in Capelle.