Samenvatting
Voor de verjaardag van haar broer heeft Deliah een origineel cadeau bedacht. Ze gaan samen een weekend naar hun geboortedorp. Via hulp van buren lukt het om een rondleiding te krijgen in het ouderlijk huis. Als ze bij de buren aanbellen om voor de bemiddeling te bedanken, pakt het weekend ineens heel anders uit. In het verleden zijn dingen gebeurd die een ander licht werpen op hun jeugd. Geconfronteerd met dood en bedrog besluiten ze uit te zoeken waarom men destijds alles heeft verzwegen. Als zij het pad bewandelen naar het verleden, wacht hen in de toekomst nog een bijzondere verrassing.
Over de auteur
"Ik ben geboren in Vlaardingen (1961) en ik heb mijn jeugd doorgebracht in een dorp, Maasland. Ik ben gaan schrijven nadat ik naar mijn geboortedorp ben teruggekeerd. Het beeld van mijn jeugd was totaal anders dan de werkelijkheid. Hoe kan het dat een jeugdbeeld zo helder blijft hangen? Of zou hier een reden voor zijn? Voor mij was dit de aanzet om te gaan schrijven. Een boek uitgeven leek een onbereikbare droom, die nu werkelijkheid wordt."
Inkijk
‘Wat doe je?’, vraagt Deliah, die niet snapt waar haar broer mee bezig is.
‘Ik kijk of er ergens halverwege de straat een doorgang is tussen de huizen door.’
‘Hoezo?’
‘Ik heb een vermoeden, maar weet het niet zeker.’ En vervolgens valt hij stil.
‘Kijk, daar links is een steeg. Kom, dan kijken we achter het huis.’ Deliah kijkt met hem mee en ziet inderdaad wat hij bedoelt, vervolgens loopt ze met haar broer mee.
Als ze de steeg hebben bereikt, is het inderdaad een doorgang tussen twee huizenblokken door, naar de achterzijde van de huizen.
‘Nu even tellen welk huisnummer we moeten hebben. Dit huis op de hoek’, en hij wijst naar de woning die grenst aan de steeg, ‘is huisnummer 12. Het zijn allemaal even nummers en dus moet het vijfde huis de woning van Michael zijn.’ Huizen tellend belanden ze bij de achtertuin van hun oom. Het is een klein tuintje over de gehele breedte van de woning en ongeveer vier meter diep. Geen gras, alleen klinkers en rechts in de hoek staan twee containers. Verder staat er een stoel met daarnaast een klein tafeltje.
Als ze door het tuinhekje stappen, zien ze dat de keuken en de slaapkamer beide grenzen aan de tuin. Hier hangen lamellen voor de ramen. Dus kunnen ze makkelijker naar binnen kijken. Er is inderdaad niemand in de woning. Althans hiervandaan kunnen ze niemand zien.
‘En nu?’, vraagt Deliah aan haar broer.
‘Wachten?’, oppert deze.
‘Ja, maar niet in deze tuin. Is het niet veel handiger om te bellen met Rob?’ Robert blijft naar het huis kijken wanneer hij vervolgens weer het papiertje uit zijn zak haalt.
‘Ja, je hebt gelijk, ik bel hem wel even.’ Maar dan ineens stapt hij naar voren en legt ook een hand tegen het glas, om beter naar binnen te kunnen kijken. Hij draait zich ineens om en zet het op een rennen.
‘Waar ga je heen?’, roept Deliah als ze achter hem aan begint te hollen.