Samenvatting
De destijds achttienjarige scholier Simon Veldhorst gaat rond 1980 op zoek naar de ontrafeling van een onopgehelderd vraagstuk rond de dood van een broer van zijn vader tijdens de bevrijding in 1945. Het drama heeft toendertijd diepe wonden geslagen binnen de familie Veldhorst. Tijdens zijn speurtocht krijgt de jonge onderzoeker hulp uit onverwachte hoek. Als rode draad door het verhaal loopt de geschiedenis van een uit een Duits werkkamp gevluchte jongeman. Deze brengt als onderduiker de laatste weken van de Tweede Wereldoorlog door in een ondergrondse schuilplaats in de bossen achter de smederij van de Familie Veldhorst.
Over de auteur
"Ik ben in 1996 samen met andere mensen begonnen met het schrijven van een dorpsrevue. Daarna zagen een aantal toneelstukken en cabaretprogramma’s het levenslicht. Mijn eerste Drentstalige roman werd gevolgd door een aantal historische boeken en daardoor werd mijn interesse voor streekhistorie aangewakkerd. Mijn fascinatie voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en oorlogsverhalen uit overlevering brachten mij tot het schrijven van een fictief verhaal over die periode, waarin het aan spanning niet zou ontbreken."
Productinformatie
- ISBN
- 9789462066236 / 978-94-620-6623-6
- Uitgeverij
- Boekscout
- Verschijning
- 25-01-2013
- Taal
-
Nederlands
- Genre
- Romans
- Uitvoering
- Paperback
- Pagina's
- 264
- Formaat
- 12,5 x 20 cm
- Illustraties
- Nee
Inkijk
Jelke ter Wal stond te wachten op transport naar het volgende adres. Hij had op wonderbaarlijke wijze weten te ontsnappen toen de Duitsers een inval hadden gedaan bij de bakker waar hij enkele dagen had gezeten. Hij had de scherpe ijzeren pen, die met enorme kracht het dak doorboorde, al bijna in zijn lichaam gevoeld toen er plotseling sprake was van paniek onder de overvallers. En niet zonder reden. Het bleek dat het pand in lichterlaaie stond. Dit was een geluk voor de Fries, want het vuur verspreidde zich in een hoog tempo over het rieten dak. Zijn belager zocht razendsnel een veilig heenkomen. Jelke begreep dat hij ook op de vlucht zou moeten. De normale route volgen door de bakkerij was geen optie, dus hij plaatste zijn sterke rug tegen de daklatten waarop het riet was bevestigd.
Na twee keer flink doorduwen wist hij een opening te forceren. Door de rook was het onmogelijk om te zien of de vlammen dichtbij waren, maar de hitte was duidelijk merkbaar geweest. Hij had geen keuze en geen tijd gehad om na te denken. Hij had zich van het dak laten vallen en had het op een lopen gezet, zonder te weten of ze hem hadden gezien. Hij had een schot gehoord en een stekende pijn in zijn rechterhand gevoeld, maar hij was blijven rennen. Hij was langs een grote boerderij gevlucht en had in een flits gezien dat er een ladder was geplaatst in een openstaande waterput. De Fries was er snel ingeklommen en had het luid piepende metalen deksel achter zich dichtgetrokken. Staande op de ladder was hij weer enigszins tot rust gekomen en zijn snorharen waren weer in ontspannen toestand rond zijn mond gaan hangen. Hij had zijn hand met zijn zakdoek verbonden. Het duurde vrij lang alvorens hij voorzichtig het deksel van de waterput met zijn hoofd een weinig durfde op te lichten, maar er was nog te veel beweging in de omgeving om verder te vluchten.