De reis naar Rivin
Deel I in De Strijd om Lavita

Nadat Amira een visioen heeft gehad over de val van Lavita, moeten zij en haar beste vriend Adriën op zoek naar de laatste vuurmagiër Rivin. Echter weet bijna niemand waar de magiër zich bevindt. Ze moeten daarom Tiki vinden, een poortenmagiër die goede vrienden is met Rivin en die verblijft in de Groenlanden.
Amira en Adriën moeten vele gevaren trotseren en komen ze meerdere keren in aanraking met de bandieten, die de jacht hebben geopend op alle magiërs in Lavita. Ze hebben geen keus en moeten vechten voor hun leven als ze de vuurmagiër ooit willen bereiken. Zal het hen lukken om Rivin op te sporen?

Francisca Oosterhuis (1996) heeft altijd al een creatieve gedachtegang gehad. Van kleins af aan was ze al dol op het lezen en schrijven van korte verhalen. Doordat ze vele fantasieboeken las, is het niet zo vreemd dat "De Reis naar Rivin" een fantasierijk boek is geworden, waar alles in mogelijk is en waar haar creativiteit echt in naar voren komt.

Aedion was de eerste die dichterbij kwam. Hij pakte het krukje dat Lyana had gebruikt en zette dat voor Amira neer. Het meisje liet niet blijken dat ze hem hoorde of zag. Aedion nam plaats en keek onderzoekend naar haar. Zwijgend werd er toegekeken. Niemand verroerde zich of zei ook maar een woord. Gek genoeg wilden ze allemaal meteen het nieuws horen, maar er werd gewacht tot het dorpshoofd sprak. Hij was degene wie het nieuws moest horen. En eigenlijk verder niemand anders.
'Vertel me, Amira, wat heb je gezien?' vroeg Aedion na een minutenlange stilte.
Ze keek naar hem op en staarde hem in de ogen. Heel kort keek ze naar de anderen, maar richtte zich dan weer op Aedion. Ze schudde haar hoofd langzaam.
'Je wilt dat de anderen weggaan?' vroeg de man, die haar heel goed begreep.
Amira knikte. Het enige wat Aedion hoefde te doen was hun kant uit kijken en ze liepen de kamer uit.
'Nogmaals, Amira, vertel me wat je visioen je heeft gezegd. Wat komt onze kant op?'
'Eerst de Gouden Uil, met een gruwelijk bericht...' antwoordde Amira met zachte stem.
'Je bedoelt de boodschapper van het Koninklijk huis?' vroeg Aedion verbijsterd.
Amira knikte en sloeg haar ogen neer.
'Wat komt daarna, als de Gouden Uil als eerste komt?'
'Oorlog.'
Aedion knipperde met zijn ogen. Hij keek haar eens goed aan, maar kon aan haar blik zien dat het waar was. Het vooruitzicht dat er weer een oorlog op handen was, stemde hem somber. De laatste oorlog in hun schitterende land had drieduizend jaar geleden plaatsgevonden. Alleen dankzij de moed van één man waren de Lavitanen gered: Brandon, wie na zijn overwinning tot eerste koning van Lavita was gekroond.
Ze leefden inmiddels al zolang in vrede… Wie had het lef om die vrede te verstoren?